Voor den jageraanval heb ik hier gekozen den aanval loodrecht
opzij op een bommenwerper, die met een snelheid van 90 m/sec.,
d.i. 324 km/uur vliegt.
We zien dan het volgende
I. bij den gesynchroniseerden Vickers van 7,7 mm
vuursnelheid 700 sch/min, d.i. 1 schot per 0.0857 sec.
aanvals-snelheid van den jager 90 m/sec.
2. bij den niet~gesynchroniseerden Vickers van 7,7 mm
V0 700 m/sec.
vuursnelheid 900 sch./min., d.i. 1 sch. 1/15 sec.
979
Bommen
werper
90/m sec. 6.8 m 6.8 m 6.8 m 6.8 m
XXXXX
De tijd, die verloopt tusschen het
snijden, van de kogelbanen van 2
opvolgende schoten met de koers-
lijn van den bommenwerper is
0.0857 X 90
T 0.0857 =0.0759
V0 kogel 700 m/sec.
jager 90 m/sec.
V0'kogel 790 m/sec.
In dien tijd legt het doel af een
afstand
A 0.0759 X 90 m. 6.8 m.
Spreiding en fouten in de hoogte
richting niet medegerekend, liggen
de schoten t. o. v. den bommen
werper met een tusschenruimte van
6.8 m.
Jager
90 m/sec.
Bommen
werper
90 m/sec. 5.32 5.32 5.32 5.32 sec.
XXXXXX A 0.0591 X 90 5.32 m.
,<p. 1/15X90
T 1/15 sec.0.591
Vo'kogel -790 m/sec.
De schoten vallen t.o.v. den bom
menwerper met een tusschenruim
te van 5.32 m,
Jager
90 m/sec.