den mitrailleur als voor het kanon. Daar staat echter tegenover
dat de aanvangssnelheid van het motor-kanon of het in de vleu
gels ingebouwde kanon 950 m/sec. is, terwijl de V0 bij het op een
beweegbare affuit opgestelde kanon in 't algemeen slechts 550 m/
sec. bedraagt. Een verschil dat vooral tot uiting zal komen bij het
juistheids vuur op grootere afstanden.
Voorts komt die grootere vuuropeningsafstand vooral ook ten
goede aan de verrassing. Dan nog biedt de jager een aanmerkelijk
kleiner oppervlak dan de bommenwerper, zoodat zelfs bij gelijk
waardige vuurkracht de jager in het voordeel is.
Ten slotte vind ik één van de sterkste argumenten die voor die
bruikbaarheid van den kanon-jager pleit, dat men na de jaren
lange Fransche proefnemingen, eerst nü en in Engeland en in Italië
overgaat tot den bouw van zulk een jager. In deze beide landen, die
over een groote luchtmacht en zooveel ondervinding beschikken,
ziet men blijkbaar toch perspectieven in dit nieuwe wapen, on
danks de aanvankelijke terughoudendheid.
Waren de nadeelen zóó groot en zóó overtuigend als de tegen
standers van den kanon-jager willen doen uitkomen, dan mag
men toch wel aannemen, dat men daarvan in de beide genoemde
landen ook op de hoogte was en geen noodelooze experimenten
hiermede zou aanvangen.
Is ook de bommenwerper met een kanon uitgerust, dan wordt
dit een strijd tusschen 2 elkaar bijna gelijkwaardige tegenstanders,
waarbij echter het voordeel aan de zijde van den jager blijft.
Ook al zou de kanon-jager aan alle verwachtingen voldoen,
geloof ik nog niet dat daarmede de rol van den mitrailleur-jager is
uitgespeeld. Met den kanon-jager dwingt men de bommenwer
pers tot het aannemen van een open verband, waardoor dan weel
de aanvallen van met mitrailleurs bewapende jagers succes zullen
kunnen hebben. Een innige samenwerking tusschen beide soorten
jagers staat voor alles op den voorgrond.
Wij hebben hier nu gelijktijdig een ultra-moderne methode
besproken, waarmee men de geslotenheid van een bommenwerper
formatie hoopt te verbreken.
De meer gangbare methode is de aanval met tijdbommen, ook
al is omtrent de resultaten hiervan weinig bekend. In Holland
wordt met deze methode rekening gehouden. Amerika beproeft
een nieuwe 8 kg bom, terwijl in Italië deze aanvalswijze bereids
is ingevoerd. De met deze bommen bewapende jagers klimmen
600 a 800 m boven de bommenwerpers, nemen dezelfde snelheid
als deze aan, en werpen dan hun bommen af, die zoo afgesteld zijn
dat ze ter hoogte van de bommenwerpers springen.
Lukt deze manoeuvre, dan staan de reserve-jachtpatrouilles
gereed om onmiddellijk hun vernietigend vuur af te geven.
De voornaamste wijziging in de aanvals-techniek is boven reeds
besproken, n.m.l. de aanval in open patrouille-formatie, in plaats
985