landsche sportvliegers zullen hieraan mee moeten werken evenals
in Engeland. Om tot het doel te komen, kan men van de volgende
richtlijnen gebruik maken.
De regeering bevordere het sportvliegen, zoowel in Indië als in
Holland, verleene geldelijken steun aan hen die sportvlieger wil
len worden en die als tegenprestatie zich verbinden in tijd van
nood als bestuurder van ambulance-vliegtuigen op te treden.
Er moeten zooveel mogelijk kleine, maar goed ingerichte vlieg
velden gemaakt worden. Iedere stad van eenige beteekenis behoort
een vliegveldje vliegsportvereeniging te bezitten. Het aan
schaffen van vliegtuigen door particulieren moet aangemoedigd
worden en die vliegtuigen moeten gemakkelijk veranderd kunnen
worden in ambulance-vliegtuigen.
De stimulans zou moeten worden gegeven door het hier te lande
opgerichte Roode Kruis. Zoowel het Nederlandsche als het Indi
sche Roode Kruis zullen hieraan hun aandacht moeten schenken,
zoo mogelijk een speciale vliegafdeeling moeten oprichten.
Het is duidelijk dat een en ander slechts surrogaat is. Het ideaal
is, dat aan de leger-luchtmacht een afdeeling en een behoorlijke,
met ambulancevliegtuigen en eigen personeel wordt toegevoegd,
maar dat zal voorloopig wel toekomst-muziek blijven.
Al het bovenstaande samengevat leert wel, dat het organiseeren
van een luchtvervoerdienst van gewonden aangevat moet worden
en zeker, dat in beginsel propaganda voor een en ander gemaakt
moet worden.
998
BOEKAANKONDIGING.
Van de N. V. Uitgevers-Maatschappij AE. E. Kluwer te Deventer ontvingen
wij ter aankondiging „Automobieltechniek" door Ir. W. L. Brocx en L. J. de
Jonge (120 blz., 1.90. 1935).
Dit werkje, dat deel uitmaakt van de door die maatschappij uitgegeven
„Nieuwe nijverheidsonderwijs serie" is bestemd „ten dienste van het onder
wijs in de automobieltechniek aan ambachtsscholen, cursussen voor auto
monteurs, deelnemers aan het examen voor groot diploma autobestuurder
en zelfstudie".
In XI Afdeelingen worden achtereenvolgens behandeld: de motor; de
carburator; de afkoeling van de motor; de smering van de motor; de schui-
venmotor; de automobiel-Dieselmotor; de ontsteking; dynamo en startmotor;
de verlichting en de electrische hulporganen; het chassis; 1. onderhoud en
controle van de automobiel, 2. practische wenken voor het opsporen van
storingen.
Het werkje, dat verlucht is met 124 zeer duidelijke figuren in den tekst, is
zonder twijfel een waardevolle gids voor den automobielbezitter.
M.