8. DE OORLOGSBEGROOTING 1936 EN DEN VOLKSRAAD. Volledig opgenomen zou de behandeling van de oorlogsbegroo- ting voor 1936 in den Volksraad 110 bladzijden druks van dit tijdschrift beslaan. Sterke beperking is dus geboden, weshalve hier slechts eenige belangrijke zaken beknopt zullen worden weer gegeven. Wij bepalen ons tot a. de aIgemeene beschouwingen over de defensie, b. de effectieven van het Java-leger, c. de verdediging van het vlootsteunpunt Soerabaja en d. het luchtwapen. a. De algemeene beschouwingen over de defensie. De eerste spreker, de Luitenant-Kolonel der Infanterie A. A. G. Feuilletau de Bruyn, begon zijn rede met op te merken, dat voor een bespreking van de richtlijnen langs welke, naar zijn meening, ons defensie-beleid zich voor de naaste toekomst zal moeten be wegen, welhaast nimmer meer reden bestond dan thans. De atmosfeer in het Verre Oosten, waar Japan, zich geroepen achtend door goddelijke roeping, thans doende is om wereldgeschiedenis te schrijven, is zwaar geladen. Achtereenvolgens zagen we Japan geheel Mandsjoerije bezetten in 1931, een aanslag plegen op Sjanghai in 1932 en Djehol ver meesteren in 1933. Werd door de bezetting van Mandsjoerije en Djehol groote en belangrijke winst verkregen, ook elders zat Japan niet stil. In het moederland zelf werd het militieleger op een vredessterkte gebracht van 250.000 man, een sterkte, welke bij mobilisatie vermoedelijk wel vertienvoudigd kan worden. Wat de vloot betreft, heeft Japan thans de laatste door de verdragen toegestane tonnage op stapel staan. In eigen land beschikt Japan thans over drie sterke hoofdsteunpunten, n.l. Yokusuka in de Baai van Tokio, Kure in de Japansche Binnenzee en Sasebo bij Nagasaki. Hieromheen werd een ring van hulpsteunpunten gelegd te Ominato, Maizuru, Shinkai, Port Arthur en de Pescadores. Daar Japan niet voldoende heeft aan deze zuiver defensieve steun punten, werden de mandaateilanden tot het z.g. Zuidzee-Marine- district georganiseerd. Wel verbiedt het Statuut van den Volken bond hier den aanleg van versterkingen, doch de aanleg van havens voor commercieele doeleinden valt niet onder de betrek kelijke verdragsbepaling en dat ook deze punten voor de Japan- 999

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 71