1020
het le ech. is bestemd om de vij. verkennings- en beveiligingsorganen weg
te drukken en om bij het contact met 's vijands hoofdmacht een stevig en
ononderbroken front te vormen het 2e ech. dient om met vereenigde krach
ten 's vijands front te doorbreken.
Tegenover een vij., die tijdwinst zoekt te verkrijgen door het vertragend
gevecht, zal het optreden van het le ech. uitgesproken offensief moeten zijn.
Tegenover een vij., die agressief optreedt en reeds beschikt over krachtige
middelen, zal het optreden van het le ech. echter zeer methodisch en voor
zichtig dienen te zijn en een defensieven vorm vertoonen. De acties van het le
ech. vormen „les opérations préliminaires (prise de contact, engagement)".
De doorbrekingsactie eisch mat. middelen en daarom tijd, verschillend al-
naarmate de vij. zich heeft opgesteld in „terrain libre" of zich versterkt heeft
achter een hindernis. De doorbrekingsactie vormt de „attaque".
De vervolging toont v.w.b. het gebruik der art. zeer veel overeenkomst met
de inleidende gevechten met een offensieven vorm, en wordt daarom verder
niet in beschouwing genomen.
Chapitre I. Emploi de l'artillerie dans les opérations
préliminaires.
De tact. echelonneering bij de nadering toont volgende groepeering ver
kenningsgroepen, voorhoeden, hoofdmachten. Tegenover een vij., die met
vechtwagens optreedt, zal men gemechaniseerde eenheden dienen vooruit te
zenden.
I. Taken der artillerie.
le. Steun van de actie der voorhoeden, vervolgens van de hoofdmachten,
hetzij om hare nadering te vergemakkelijken, hetzij om den aanval op
plaatselijke weerstanden te steunen, hetzij om het vormen van een front
te beschermen.
2e. Bestrijding van de vij. art., die de voorw. beweging, het opstellen of de
aanvallen van het eigen le echelon kan belemmeren.
Acties op grooten afstand komen slechts incidenteel voor en alleen in het
kader der art. bestrijding.
II. Verdeeling der artillerie.
Een eerste echelon heeft tot taak steun der voorhoeden en aanvang der
art. bestrijding. Hiervoor worden bestemd de 75 en een deel der korpsart.
(meestal de afd. 105).
Een tweede echelon is bestemd om de acties van vorengenoemd eerste
echelon te versterken en om samen met dat echelon te ageeren ten behoeve
van de hoofdmacht. Dit echelon omvat de 75 en de korpsart., die niet inge
deeld zijn bij het eerste echelon, verder de 155 C. van de div.-art. en even
tueel art., die voor versterking ter beschikking is gesteld van het L. K.
III. Organisatie der artilerie.
A. Organisatie der bevelvoering.
1) Artillerie van het eerste echelon:
75, steun der voorhoeden. Elke vh. heeft meestal de beschikking over een
groep voor rechtstr. steun (gewoonlijk ter sterkte van slechts 1 afd.);
105, meestal door het L.K. ter beschikking gesteld van die divn. aan welke
veel initiatief is overgelaten.
2) Artillerie van het tweede echelon
75 en 155 C. der div.-art., blijven onder dir. bevelen v.d. art. cdt.;
korpsart. en „artillerie de renforcement", blijven onder dir. bevelen van
den cdt. der korpsart.