sub. 1. vrij zeker eenmotorige, niet al te snelle vliegtuigen zijn, welke een beperkten nuttigen last kunnen meevoeren; sub. 2. meermotorige vliegbooten, welke in het algemeen minder snel zijn en minder zwaar afgeladen kunnen worden sub. 3. moderne meermotorige vliegtuigen, welke echter door hun groote werkingssfeer minder nuttigen last kunnen meevoeren. Nu gaat het er bij een bomaanval van den vijand om, in één run een zoo groot mogelijke hoeveelheid springstof uit te werpen, zoodat behalve voor wat betreft den brandstofvoorraad, welke ech ter afhankelijk is van den af te leggen afstand, beperking moet worden betracht in het mee te voeren bedieningspersoneel en in het gewicht der mee te voeren defensieve bewapening. De kans, dat tegenover het zooeven bedoeld object rekening moet worden gehouden met moderne luchtkruisers met een groot aantal kanonnen aan boord wordt derhalve althans gedurende het stadium, waarin de vlootbasis zijn volle waarde heeft zeer klein. In dit geval echter komt de kanonjager er gunstig voor te staan. Het kan in samenwerking met zijn mede aanvallers zijn aanval zoodanig inzetten en zoo tijdig afbreken, dat hij practisch buiten het afweervuur van zijn tegenstander blijft, terwijl hij met zijn explosief projectiel goede kansen heeft het vijandelijk vliegtuig af te schieten, daarbij in aanmerking genomen, dat de jager door zijn grootere snelheid en wendbaarheid sterk in het voordeel is in de wijze van aanval. Een tweede belangrijke overweging ten voordeele van den kanonjaren is de preventieve waarde ervan. Luit. te Roller vestigt in zijn meergenoemd artikel er m.i. zeer terecht nogmaals de aandacht op, dat de waarde van de jachtvliegtuigen voor de luchtverdediging vooral schuilt in de preventieve werking. Welnu tegenover een vijand, die kan verwachten te zullen worden aangevallen door jagers, zoodanig bewapend, dat hij daartegenover machteloos staat, komt de kanonjager mij voor als een preventief middel van bijzondere waarde. Is de ontwikkeling van den kanonjager nu zoodanig dat hij het experimenteele stadium te boven is, dan lijkt ons dat de keuze van het type jager ten behoeve van de luchtverdediging van de vlootbasis moet vallen op den kanonjager. Aan twee soorten ja gers, zooals de Luit. te Roller voorstelt is m.i. dan geen behoefte, gezien bovendien het klein aantal jagers waarover wij beschik ken. Bovendien beschikt dit type jager behalve over de kanon bewapening eveneens nog over een of twee mitrailleurs. Zie b.v. de Poolsche jager P. 24. Ook voor de mogelijke tweede taak van de jagers, n.l. het mede werken aan het afslaan van een landing komt het mij voor, dat indien de met menschen volgepropte sloepen worden bestookt met 1054

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 26