springprojectielen, niet alleen de materieele maar vooral de mo-
reele schade toegebracht aan den vijand zeer groot kan zijn.
In het tweede deel van zijn bespreking neemt Schr. in beschou
wing de waarde van den jager voor de luchtverdediging in Ned.-
Indië.
Het object, dat voor luchtverdediging in de allereerste plaats in
aanmerking komt is de vlootbasis en hiermede zitten we meteen
midden in de moeilijkheden. Ook Schr. erkent dit ten volle. Deson
danks kan ik ten volle met Schr.'s conclusie instemmen, dat
althans voor het oogenblik jagers voor de luchtverdediging van
de vlootbasis niet kunnen worden gemist en wel wegens de preven
tieve werking, de mogelijkheid van tijdig optreden in bepaalde
omstandigheden en omdat thans geen betere middelen ten dienste
staan. Doch daarmede zijn wij er niet. Door de onvolmaaktheid
van het waarschuwingssysteem blijft de groote kans bestaan, dat
of de jagers te laat zullen komen of dat ze door schijnmanoeuvres
ontijdig tot optreden zullen worden gelokt en op het gewichtigste
moment juist naar den grond zullen moeten.
Nu wil Schr. het alarmeeringssysteem van luchtwachten
aan de zeezijde vervolmaken door middel van een verkennings
systeem van vliegtuigen.
Schr. leidt die mogelijkheid af uit de ervaringen verkregen bij de
gecombineerde vloot- en luchtmachtmanoeuvres in het Kanaal in
Nov. '34. Doch hier was de opdracht gesteld om de bewegingen
van de vij. vloot te verkennen, die het Nauw van Calais moest
passeeren. De verkenningen dienden om de gegevens te verschaf
fen om een deel van de operatieve luchtmacht in werking te
brengen tegen die zeedoelen. (Voor onze omstandigheden kunnen
we ons voorstellen, dat een dergelijk verkenningsscherm door
Marine verkenners in onze zeestraten wordt gelegd, om de moge
lijkheid te scheppen ons „operatief orgaan", opgesteld in de meest
waarschijnlijke naderingsrichting, tegen gemelde belangrijke doe
len, geconcentreerd ten aanval te doen gaan).
Om echter dezen gang van zaken over te brengen naar de lucht
verdediging van onze vlootbasis, lijkt mij niet wel mogelijk. Wan
neer zal bovendien onze vlootbasis bloot staan aan aanvallen van
vij. luchtstrijdkrachten
Indien, zooals Schr. aanneemt, de vij. vloot opstoomt naar Soe-
rabaja?
Mogelijk, echter niet waarschijnlijk, omdat, indien het in 's
vijands voornemen ligt Soerabaja te veroveren en de vlootbasis
voor eigen gebruik te bestemmen, hij liefst zoo weinig mogelijk
zal willen vernielen.
Waarschijnlijker is het dat de vij. zal trachten zoo spoedig mo
gelijk de actie van de vloot lam te leggen, vooral in het geval dat
hij zich wendt tot onze belangrijke oliecentra. Dan moeten wij
verwachten een aanval op de vlootbasis uitgevoerd als coup-de-
1055