langrijk op zichzelf ook, wordt daarbij van tweede orde. Boven dien kan de kracht van die verdediging reeds belangrijk worden verhoogd door behalve den krachtigen luchtafweer passieve middelen, zooals verspreiding van doelen, camouflage, verneveling e.d. Zooals reeds gezegd achten wij de preventieve werking van de indeeling van jachtvliegtuigen bij de luchtverdediging vooralsnog van belang en zoo mogelijk versterkt door gevechtsvliegtuigen, die tot offensieve actie in staat zijn, welke vliegtuigen eveneens van groote waarde zouden zijn bij de actieve verdediging van de vlootbasis te land. Wij wilden echter waarschuwen tegen het vastleggen in de plaatselijke verdediging van een groot aantal vliegtuigen, bemand met uitgelezen piloten moeilijk te verkrijgen en moeilijk aan te vullenen zulks ten koste van het aanvalsorgaan. En dit zou het gevolg kunnen zijn van overschatting van de waarde van den jager, uitingen die men zoo nu en dan ten onzent aantreft. Zoo wezen we in meergenoemd artikel op de geringe gevechtswaarde van de in het „Rapport Idenburg" voorgestelde luchtvloot, waarbij 48 jachtvliegtuigen waren uitgetrokken. Kortelings kwamen wij in „Luchtmacht" 1935 Nr. 3 een artikel tegen van de hand van den Officier-vlieger M. L. D. Eikerbout, waarin deze schrijver 80 jachtvliegtuigen wil vastleggen voor de verdedi- diging van een groot aantal vliegvelden, verspreid over den Archipel. Op elk vliegveld zouden worden opgesteld 5 bommen werpers en 9 verdedigende jagers. Elke af deeling eischt daarbij een volledige outillage en kan bovendien zonder waarschuwings- scherm niet optreden. Dit plan komt neer op een nuttelooze ver snippering en verspilling van krachten. Doel van vorenstaande regelen was om het jagervraagstuk van verschillende kanten te bezien en te wijzen op de betrekkelijke waarde van den jager in onze omstandigheden, doch vooral om nogmaals in het licht te stellen de noodzakelijkheid om onze kracht te zoeken in een zoo sterk mogelijk offensief luchtmachtorgaan. MEDEDEELING BETREFFENDE VERSTREKKING KAART VAN ABESSINIË. Het Hoofdbestuur van de N.I.O.V. en het Bestuur van de I.K.V. besloten voor gezamenlijke rekening den leden hunner vereenigin- gen een, bij den Topografischen Dienst geteekende en gedrukte, kaart van Abessinië te verstrekken. De kaart werd gevoegd bij het, kortelings verschenen, Septem bernummer van het Orgaan van de N.I.O.V. De leden van de I.K.V., die geen lid zijn van de N.I.O.V., zullen bedoelde kaart in dit nummer van het I.M.T. aantreffen. Red. 1058

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 30