Tabel VII. Pr. L.S. 50 100 m. terwijl in de meening verkeerd wordt, dat zij slechts 75 m. is. (Geval bedoeld in tabel IV). Doeldiepte: 300 m. Uitgewerkt vindt men de volgende ver deeling: Uit bovenstaande tabellen valt de conclusie te trekken, dat het gunstig is om, indien de diepte der te beschieten strook gelijk is aan 3 X de L.S. 50 schootstafel (2 X de pr. L.S. 50); op één afstand te schieten. Vervolgens loopen de Hollandsche en onze strooimethoden niet veel uiteen, zij zijn beide te verkiezen boven de Fransche. De Hollandsche is over het algemeen iets beter; hier staat echter als nadeel tegenover, dat zoodra de diepte der te beschieten strook grooter is dan 2 X de pr. L.S. 50, men bij deze methode gedwongen wordt, om als eerstvolgende stap 4 X de pr. L.S. 50 (6 X L.S. 50 schootstafel) te nemen. Daar het noodza kelijk is de te beschieten strook zooveel mogelijk in haar geheel onder vuur te nemen is het gewenscht om, indien op meer dan één afstand wordt geschoten, door de eene batterij vooruitgaand, door de andere batterij teruggaand vuur te laten afgeven. Werd onder III aangegeven, dat in bepaalde gevallen met 1 batterij kon worden volstaan om een vijandelijke te neutraliseeren, zoo moet hier nog de restrictie gemaakt worden: mits de diepte der onder vuur te nemen strook zoodanig is dat op één afstand wordt geschoten. Omtrent de breedteverdeeling geeft het V.S.A. aan in punt 176: Hieruit valt op te maken, dat steeds op den vleugel van rechts van het doel wordt geschoten, ook al is er uitgebreid. Hierdoor valt een gedeelte van het aantal schoten in de breed te buiten de te beschieten strook en heeft geen uitwerking. 1064 JUU m. 7,5 pCe. lOpCt. 11.5pCt. 12 pCt. 12 pCt. 11.5 pCt. lOpCt. 7,5 pCt. Indië 3 afst. 8 pCf. lOpCt. 12 pCf. 12 pCt. 12 pCt. 12 pCt. lOpCt. 8 pCt. Holland 2 afst. 7,5 pCt. 9pCt. 9,5 pCt. lOpCt. lOpCf. 9,5 pCt. 9pCt. 7,5 pCt. Frankrijk 5 afst. Moet een doel over de geheele breedte gelijkelijk onder vuur worden geno men, dan heeft de verdeeling der richtlijnen plaats als aangegeven in punt 145 (2). (Directiestuk op den vleugel van rechts van het doel, terwijl tevens bij een 4- (3-) stukken batterij de laagbreedte wordt gebracht op van de doelbreedte) Aldus handelend, wordt in voldoende mate rekening gehouden met ge beurlijke fouten in de vaststelling van de juiste plaats der vleugels, van de richtmethode en van de wijze van schieten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 36