a. Onderbouw.
Tot het verkrijgen van een groote snelheid van brugslag kan
voor het inslaan van de palen, zooals reeds vermeld, alleen licht
heimaterieel met blokgewicht van maximum 100 kg in aanmerking
komen. Zoo de grondslag zulks toelaat, kan dan op deze palen (ge
middeld 0 16 cm) bij een vrije hoogte van maximum 5 m nog
een belasting van 2.5 ton worden toegelaten. Om het paalge-
wicht eenigszins in evenredigheid tot het blokgewicht te houden,
mogen de palen dan geen grooter lengte dan 7 a 8 m hebben bij
een stamdiameter van 18 a 20 cm.
De op 4 m afstand geplaatste jukken bestaan uit 4 vertikale-
fdragende-) en 2 steekpalen onder helling 3 :1, welke palen in
den kop elk van een stalen pen (0 23 mm) zijn voorzien. De pen
nen worden door middel van bouten tusschen een op de paalkoppen
rustende dubbele sloof 2 X 6 X 20 cm geklemd.
Ter verstijving worden de jukken voorzien van een watersloof
en een tweetal schoren van hout 6 X 12 cm, welke aan de uit
einden met bouten 0 17 mm en overigens met draadnagels van 15
cm aan de palen worden bevestigd. De watersloof zal steeds zoo
laag mogelijk zijn te plaatsen, daarbij rekening houdend met de
maximum houtlengte van 5 m. Bij zeer geringe jukhoogte, welke
in verband met den veelal zeer wisselenden waterstand van de
Indische rivieren wel weinig zal voorkomen, kunnen watersloof
en schoren achterwege blijven.
Een betere echter meer werktijd vereischende bevestiging
van de dubbele sloof wordt verkregen door aan de paalkoppen
5 a 6 cm breede en 18 cm hooge houten pennen te zagen en deze
tusschen de sloof te klemmen. Deze werkwijze zal alleen in bij
zondere gevallen worden toegepast, n.l. waar groote sterkte wordt
vereischt en indien de paalkop voldoende dikte heeft.
De jukken worden twee aan twee gekoppeld door vakschoren.
Indien met bovenaangegeven standaardjukconstructie niet vol
doende draagvermogen kan worden verkregen wegens minder
gunstige bodemgesteldheid, zal het aantal dragende palen moeten
worden vermeerderd. Een juk kan dan worden samengesteld uit
5 dragende palen op minimumafstand van 0,75 m, of men zal moe
ten overgaan tot toepassing van z.g. dubbeljukken.
Bij dubbeljukken worden twee rijen palen geslagen op afstand
van 0.80 m, welke palen in de richting van de brugas twee aan
twee door middel van dubbele sloofjes worden gekoppeld. Aldus
ontstaan vier jukjes, welke weer twee aan twee door schoren en
watersloofjes worden vereenigd tot peilertjes, waarbij elk peilertje
wordt voorzien van een buitenwaarts gerichten steekpaal. Op de
peilertjes wordt de draagbalk met lange bouten bevestigd. Betref
fende de constructie van deze dubbeljukken wordt nog het vol
gende opgemerkt.
1078