1. De palen van elke rij behoeven niet zuiver in één lijn te worden geslagen, omdat telkens slechts twee palen aan elkaar worden gekoppeld. 2. De draagbalken elk bestaande uit 3 platen 6 X 20 cm kunnen op den juisten afstand van 4 m worden gesteld, waardoor voorbereiding van de liggerbevestiging mogelijk wordt. 3. Met de gebruikelijke dunne en korte palen kan, zelfs bij minder gunstigen grondslag, waarin de palen op kleef worden geslagen, nog een vrij groot draagvermogen worden verkregen. (Het draagvermogen van een op kleef geslagen paal ontstaat in hoofdzaak door de mantelwrijving van paal en omringenden grond). Zoo hebben bij gelijke indrijving 2 palen 0 13 cm ongeveer een zelfde oppervlak als 1 paal 0 25 cm, terwijl het gewicht van beide dunne palen samen belangrijk kleiner is dan dat van één zware paal. Laatstgenoemde paal zal met het te velde gebruikelijke lichte heimaterieel bezwaarlijk en met veel tijdver lies kunnen worden ingeslagen, waar zulks met de lichte en dunne palen zelfs nog mogelijk zal zijn met sleg, koehei of handhei. Een onlangs uitgevoerde brug, waarbij dit systeem van dubbel- j ukken werd toegepast is aangegeven op de foto 4. Indien met de beschikbare korte palen niet voldoende construc tiehoogte kan worden verkregen, bijv. in ravijnprofielen en bij te verwachten hooge waterstanden, kunnen op de hierboven aan gegeven jukken nog schragen worden gemonteerd. Aldus kan, door eventueel verder opbouwen van meerdere schragen met het aanbrengen van het noodige langsverband, practisch elke ge- wenschte constructiehoogte worden verkregen. b. Landhoofden. De constructie van de landhoofden moet voldoende tegen ver zakking en afschuiving zijn verzekerd. Daartoe zal de toelaat bare grondbelasting worden geschat (om de gedachte te bepalen 0.5 kg/cm2). Bij flauw hellende oevers is het gewenscht de landhoofden vooruit te brengen, teneinde de brug zelve zoo kort mogelijk te maken. De figuren 5 en 6 van bijlage I geven uitgevoerde landhoofden weer, waaruit tevens moge blijken, dat toepassing van genormali seerde houtafmetingen ook hier tot eenvoudige constructies kan leiden. c. Bovenbouw. Bij de constructie van den bovenbouw is het beginsel toegepast, om de mobiele belasting (i.e. de wieldrukken) te doen opnemen door tot z.g. radstrooken vereenigde liggers, welke worden gelegd onder de wielsporen van de voertuigen en dan als samenwerkend geheel worden beschouwd. Deze gedachtengang wordt verant woord geacht in verband met de geringe breedte (2.90 m) van 1079

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 51