aangenomen brugpeil wordt vastgelegd door middel van op de
oevers geplaatste zichtlatten.
De benoodigde materialen worden aan den oever verzameld en
op zeer overzichtelijke wijze soort bij soort opgestapeld, teneinde
het aan de opslagplaatsen nameten en bepaald zoeken der be
noodigde materialen bij de nachtelijke werkzaamheden te voor
komen.
De palen worden z.s.m. aangepunt en, indien zij in betrekkelijk
vasten grondslag moeten worden geslagen, bovendien aan de punt
voorzien van bandijzer. Het afkorten der palen heeft in den regel
gedurende den brugslag plaats; de kop wordt zuiver haaks af
gezaagd en omslagen met bandijzer. Het bezaagd schorenhout,
hetwelk in één lengte van 5 m wordt aangevoerd, wordt in de
vereischte lengte verzaagd; de benoodigde klossen worden voor
zien van even doorgeslagen draadnagels; de houten liggers worden
samengesteld door middel van lange draadnagels en bandijzer.
Aangezien het aantal ter beschikking staande werkkrachten
gedurende den bruggebouw gewoonlijk gering zal zijn, verdient
het alle aanbeveling met deze voorbereidende werkzaamheden
reeds zoo spoedig mogelijk na den aanvoer van eenige materialen
te beginnen.
De voorbereide grondbalk, bestaande uit drie platen van 6 X
20 X 450 cm en een aantal daaraan bevestigde onderslagbalkjes,
welk aantal afhankelijk is van de toelaatbare grondbelasting,
wordt loodrecht op de brugas, zuiver waterpas op het vereischte
peil gesteld en voorloopig met enkele piketten vastgezet. Bij
toepassing van een vooruitgeschoven landhoofd (fig. 6, bijlage I)
worden eenige korte palen met de koehei ingeslagen, de paalkop
pen op de juiste hoogte in een waterpas vlak afgezaagd, waarna
de grondbalk door middel van lange draadnagels op de paalkop
pen wordt opgebouwd.
Voor het af teekenen van de plaatsen der liggers op den grond
balk wordt een liggermal gebruikt, waarop de liggerverdeeling
van het eene vak met witte, die van het andere met roode
verf is aangegeven; de lat wordt steeds met het daarop aange
geven midden in de brugas gehouden.
Teneinde het heiportaal te kunnen opstellen worden enkele
hulpliggers over den grondbalk aangebracht. Het portaal wordt
thans zoodanig opgesteld, dat het op den onderregel aangegeven
midden in de as van de brug komt en deze regel juist boven de
as van den grondbalk staat. De onderregel wordt in dezen stand
gefixeerd door een lange klos op de hulpliggers te spijkeren en
door de onderhoekpunten van het portaal door middel van draag-
sjbrringen aan den grondbalk te bevestigen. In verband met de in
de stijlen toelaatbare knikbelasting wordt de vertuiïng aangebracht
naar op minstens 12 m achter de oplegging ingeslagen stevige
piketten; naderhand heeft de vertuiïng plaats op minstens denzelf-
1083