Ten einde het werk zoo snel mogelijk te doen vorderen, con
structiefouten zooveel mogelijk te voorkomen en het aflossen dei-
ploegen vlot te doen plaats hebben, worden de manschappen in
de ploegen steeds met dezelfde werkzaamheden belast. Zij nemen
de gereedschappen op het werk van de voorgaande ploegen over en
kunnen dan zonder verdere instructies met de onderhanden werk-
zaamheden doorgaan.
Een goede verlichting van het werkterrein gedurende den nacht
is van overwegenden invloed op de arbeidsprestaties, welke dan
weinig behoeven te verschillen van die bij daglicht. In dit opzicht
voldoet uitstekend een verlichting met een viertal z.g. infanterie-
zoeklichten. Deze worden over beide oevers gelijk verdeeld op
gesteld en schijnen met maximum spreiding van den lichtbundel.
Electris e verlichtingsmiddelen hebben het voordeel, dat zij met
het oog op nachtelijke luchtverkenningen gemakkelijk en snel
kunnen worden gedoofd en ontstoken. De tot heden veel gebruikte
stormkings verkeeren in dit opzicht in het nadeel, terwijl de ver
lichtingscapaciteit van deze lampen voor onderwerpelijk soort
werk te gering is. Voor het bijlichten van enkele werkzaamheden
aan den bovenbouw en bij de materiaalopslagplaatsen kunnen
zij echter goede diensten bewijzen, ofschoon hier evengoed elec-
trische zaklantaarns kunnen worden benut.
III. Schraagbruggen.
a. Onderbouw.
Bij de standaardconstructie is de onderbouw samengesteld uit
op 4 m afstand geplaatste trapeziumvormige schragen, welke tot
het verkrijgen van het noodige langsverband in de brug twee aan
twee zijn gekoppeld door vier vakschoren. De schragen bestaan
uic een aantal stijlen, een dubbele sloof, een modderbalk en twee
schoren. Het aantal stijlen is afhankelijk van de schraagbelasting
(middelbare brug 5 ton, zware brug tot 10 ton), de schraaghoogte
en de dikte van het beschikbare hout; voor een middelbare brug
kan gewoonlijk met vier stijlen worden volstaan.
Hierbij wordt aangenomen, dat de onder helling van 6 1 ge
plaatste buitenstijlen elk de helft dragen van één der vertikale
binnenstijlen. Voor de schraagbelasting kan rondhout (0 15 18
cm) of bezaagd hout (c.q. van genormaliseerde afmetingen) wor
den genomen.
Aan de uiteinden van de stijlen worden 5 a 6 cm breede pennen
gezaagd, waarlangs dubbele platen van 6 X 20 X 540 cm met bou
ten worden bevestigd, welke als dubbele sloof en modderbalk
dienst doen. Het is ook mogelijk de stijlen te doen dragen op een
aan de bovenzijde vlak gedisselden rondhouten modderbalk, waar
aan zij met bandijzer of mastkrammen worden verbonden.
Teneinde wegzakken van de schraag te voorkomen moet het
oppervlak van het ondervlak van den modderbalk zóó groot wor-
1087