Lévy 1) ten slotte neemt de juistheid van de proclamatie aan,
maar vraagt zich af, of NAPOLÉON wel anders kon doen dan aan
zijn leger van alles beloven.
BONAPARTE 2) had het plan opgevat den veldtocht tegen de
Piemonteezen te beginnen, terwijl de Oostenrijkers nog in hun
winterkwartieren lagen en de beide legers dus van huis uit te
scheiden. Zijn vertraagde benoeming tot Opperbevelhebber en de
onmogelijkheid om met het deplorabele Armée d'Italie al dadelijk
op te rukken waren echter oorzaak, dat de Oostenrijkers hem
voor waren en hun plaats in het front der Verbondenen tijdig
hadden ingenomen. BONAPARTE's plan om de Verbondenen van
huis uit te scheiden moest nu vervallen, en besloot hij tot de
frontale doorbreking, om daarna achtereenvolgens de beide groe
pen te slaan.
De Piemonteezen stonden met 20 a 24000 man onder den Prince
de Carignan als rechtervleugel West van Novi, en met 25000 man
onder generaal Baron von Colli in het centrumde Oostenrijkers
vormden met 30000 man onder den Feldzeugmeister Freiherr von
Beaulieu den linkervleugel tusschen Milaan en Alessandria.
Den 2 April 1796 rukte NAPOLÉON uit Nice op, en den 9 April
had hij alle maatregelen getroffen voor de concentratie van zijn
troepen wat ook noodig was, want den 10 April waren de Oosten
rijkers hem weer te vlug af, gingen ten aanval vooruit en bereik
ten de kust, zoodat de weg naar Genua voor de Franschen ver
sperd was. Het gelukte echter NAPOLÉON, die zeer handig en
voortvarend optrad, om in een aantal min of meer bloedige ge
vechten van 12 tot 14 April bij Montenotte, Millesimo, Cosseria
en Dego om de Oostenrijkers te verslaan, hen ernstige verliezen
te berokkenen en van de Piemonteezen te scheiden. Hij besloot
nu eerst met de Piemonteezen af te rekenen. Op 20 en 22 April
volgde de aanval op Colli, die zich zoo hevig verslagen voelde,
dat hij BONAPARTE om een wapenstilstand verzocht. Ook de
Koning van Sardinië, Victor Amadëus III 3)onder wien Piemont
ressorteerde, voelde zich door de voortdurende nederlagen van
zijn troepen en de Oostenrijksche zoö ernstig bedreigd, dat hij
trachtte te onderhandelen met NAPOLÉON. Maar deze dreigde
eerst de hoofdstad Milaan te zullen veroveren, waartoe hij Che-
rasco liet bestormen en innemen. Dit hielp, zoodat onverwijld een
wapenstilstand van Cherasco op 28 April 1796 werd gesloten,
1033
x) Arthur-Lévy, a.b., blz. 462.
s) Merkwaardig is, dat Napoléon bij zijn optreden als Opperbevelhebber
van het Armée d'Italie voor het eerst als „Bonaparte" teekende in plaats van
.Buonaparte", en aldus den laatsten openlijken band met Corsica verbrak.
3) Herinnert de lezer zich Karei Amadeüs, die in 1740 de Pragmatieke
Sanctie verloochende om het hertogdom Milaan te kunnen bemachtigen?
(I.M.T. 1934, No. 12, blz. 1152).