van tuitouwen opgericht en door optillen en verschuiven op de juiste plaats gesteld (zie foto 6). In diep water worden de schragen gesteld met behulp van een vlot, dat kan worden samengesteld uit twee drijvers van drums, vaartuigen, bamboe of pontons. Dit vlot wordt z.m. met vier tuien naar beide oevers verankerd en ongeveer in de brugas gelegd. Het vieren of inhalen van deze tuien heeft alleen op het vlot plaats. Nadat een schraag voor het vlot is gedreven, wordt zij hierop ge trokken en daarna langs één der lange zijden van het vlot afgehan gen. Het optrekken en afhangen van de schraag heeft plaats met behulp van twee tuien, welke zijn bevestigd aan de dubbele sloof, onder den modderbalk doorloopen en verder aan het vlot zijn ver bonden. Het vlot wordt nu naar de juiste plaats verhaald, alwaar de schraag door langzaam vieren van de schraagtuien zuiver gesteld kan worden (zie foto 7). Zoodra een schraag is geplaatst wordt de bovenbouw verder aangebracht op overeenkomstige wijze als bij de jukbruggen werd aangegeven, (zie foto 8). d. W e r k t ij d e n. Daar bij dit brugtype in tegenstelling met de jukbruggen vele ploegen tegelijk kunnen werken (aanmaak, indrijven en stellen van de schragen), zal de bouwtijd uitsluitend afhangen van het beschikbare aantal manschappen. Blijkens ervaring is voor den bouw van 4 m' brug (1 vak) 60 manuur benoodigd. Dit is dus betrekkelijk weinig minder dan de in manuren uitgedrukte bouwtijd van de jukbruggen. 1089

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 61