dergelijke ijdele taal te zien gebruiken NAPOLÉON heeft inder daad in zijn verdere leven grootsche dingen tot stand gebracht; hij heeft de Fransche geschiedenis met roemrijke bladzijden uit gebreid; maar ook heeft hij in Europa niet den vrede gebracht, dien hij hier belooft, en Frankrijk verarmd en doodgebloed achter gelaten. M.C., a.b., blz. 20, oordeelt natuurlijk scherper dan wie ook Het kwam er nu voor NAPOLÉON op aan om het Oostenrijk- sche leger onder Beaulieu te verslaan, waarna hij van plan was naar Rome op te rukken. Op 2 Mei was Beaulieu, die wist dat hij niet meer op de Piemonteezen kon rekenen, over de Po terug gegaan, waar hij nu 22000 man bijeen had. NAPOLÉON beschikte tegen dezen tijd over 36000 man, waarvan de voorste afdeelingen bij Piacenza stonden. Door een zeer snellen voorstoot gelukte het NAPOLÉON om met 4000 man op 7 Mei over de rivier te komen en zich daar te handhaven, ondanks den tegenstand der Oostenrijkers. Beaulieu, die de Fransche overmacht kende, trok nu zijn troepen terug naar Lodi aan de Adda, om daar de Franschen opnieuw op te vangen. Doch zijn leger marcheerde zoo traag, dat voor hij al zijn troepen over de Adda had gebracht, zoodat de brug zou kunnen worden verbrand, ook NAPOLÉON's voorste afdeelingen aan de rivier kwamen. Het gelukte hem na een kort maar hevig gevecht over de 150 m lange brug te komen, waarop de Oostenrijkers aftrokken, om niet voor de Mincio weer stand te houden. Het Directoire begon nu een beetje beducht te worden voor NAPOLÉON's voortdurende successen, en daarom zond het hem een door Carnot geteekenden brief dd. 18 floreal an IV, waarin de verdere operatieplannen en de buitenlandsche politiek, zooals het Directoire die wenschte, duidelijk werden voorgeschreven. Ik zal uit dezen belangrijken brief eenige gedeelten citeeren, omdat er eenerzijds de naijver zoo duidelijk uit blijkt, en er „C'est une circonstance digne de remarque, que celui qui devait écraser „sa belle patrie sous un joug de fer, se soit montré d'abord l'un des „apötres les plus enthousiastes de cette liberté régicide, qui ne fut en „effet qu'un premier degré de notre esclavage. „On pourrait lui appliquer ce passage de Tacite: „Libertas et speciosa nomina praetexuntur; nee quisquam aliorum „(alienum? SI.) servitium et dominationem sibi concupivit, ut non eadem „ista vocabula usurparet. J) Tacitus, Historiae, IV73—21. De vertaling luidt: „Men schermt met .vrijheid en (andere) schoonklinkende leugen; nog nooit heeft iemand an- „derer slavernij en (de) heerschappij (over hen) voor zichzelven begeerd, „of hij gebruikte juist die termen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 7