1108
zoowel gemechaniseerde als gemotoriseerde troepen gezamenlijk laten optre
den.
ad b) De aanval op den vrijen vleugel en in flanken en rug van den vijand
was vroeger de voornaamste en meest loonende opdracht voor de cavalerie,
welk wapen, kleine doelen biedend, door zijn groote beweeglijkheid in staat
was den vijand uit zijn opstellingen te manoeuvreeren. Met gemotoriseerde
troepen is dit zelfde resultaat niet' te bereiken, de troepen kunnen weliswaar
snel worden ingezet, de eigenlijke strijd zal echter te voet moeten worden
gevoerd: „ihre gröszere Beweglichkeit wird im Bereich der feindlichen Kano-
nen und in der Wirkungssphare der Maschinengewehre zu Grabe getragen."
Dit is de reden dat door velen in de „mechajniseering" de oplossing wordt
gezien: snelle verplaatsing naar en groote beweeglijkheid op het terrein van
actie. Ook hier heeft de aanvalsmethode groote gelijkenis met die van de
cavalerie: „die alte, seelige Reiterattacke erlebt in veranderter Form und
mit anderen Mittehi ihre Auferstehung."
Tot slot wijst Schr. op de afweermiddelen welke tegen de pantserverbanden
kunnen worden gesteld, waarbij bijzondere aandacht wordt gevraagd voor
de pioniertechnische afweermiddelen. Mocht niettegenstaande deze middelen
de flankaanval, uitgevoerd door gemechaniseerde troepen, succes hebben, dan
zal ook in dit geval de steun van gemotoriseerde troepen onontbeerlijk zijn.
Schr. concludeert dan ook, dat de door de Franschen gebruikte organisatie
van samengevoegde mechanisatie en motoriseering ook in geval ad b) de eenig
juiste is.
Gastactiek
Schweizerische Monatschrift jür Offiziere aller Waffen. No. 6. Gastaktische
Fragen.
De schrijver van dit artikel, Hauptmann W. Volkart, onderwerpt de vraag:
Wanneer moet ik in een oorlog op chemische strijdmiddelen rekenen?, aan
een beschouwing, door achtereenvolgens de vragen te beantwoorden; „Onder
welke tactische omstandigheden zal het chemische wapen in een toekomst
oorlog een rol spelen? en „Bij welke weersgesteldheden en op welk gedeelte
van den dag is gasgevaar het meest te duchten wanneer de tactische omstan
digheden reeds gunstig zijn."
Schr. wijst er op, dat zoolang de bewegingsoorlog wordt gevoerd, slechts
een beperkt gebruik van chemische strijdmiddelen zal worden gemaakt.
Zoodra echter door een der partijen een ernstigen weerstand wordt geboden,
zullen zoowel aanvaller als verdediger aan het gasgevaar worden blootgesteld.
De verdediger zal bijv. de laatste nachten voordat de aanval zal plaats hebben
uitgestrekte terreindeelen met mosterdgas kunnen besproeien, waardoor de
aanvaller argeloos het terrein zal betreden en ernstige verliezen zal lijden
dan wel gedwongen wordt deze terreinen te vermijden en daardoor beperkt
wordt in zijn operatieruimte. In zulke gevallen is gasbeschieting werkzamer
dan een beschieting met scherf-projectielen, wijl de chemische stoffen de
terreindeelen eenige weken achtereen ondoorschrijdbaar kunnen maken en
de scherf-projectielen slechts een oogenblikkelijke uitwerking hebben. Schr.
behandelt vervolgens de neutraliseering van artillerie- en mitrailleurvuur
door het gebruik van chemische strijdmiddelen. Het artikel zal in een volgend
nummer worden vervolgd.
Luchtvaartnieuws. (M.W. No. 48, Luftwehr No. 6. Vliegvd. No. 21).
Abessinië. De militaire adviseur van den Keizer van Abessinië, de vroegere
chef van de Zweedsche luchtstrijdkrachten, generaal Virgin, heeft zich geuit
over de resultaten, welke van een luchtaanval tegen Abessinië zijn te ver
wachten. Het land biedt volgens hem geen loonende doelen voor luchtaan
vallen. Wat heden in een „stad" door bommen wordt vernietigd, kan morgen