deze instanties ressorteeren onder den G. G. als bestuurder van deze gewesten. Daaronder zijn mede begrepen de militaire depar tementen met hunne militaire chefs als hoofden daarvan. Voor de operatieve leiding van de weermachtsdeelen zijn voorts noodig, hetzij staven voor Land- en Zeemacht, hetzij een gecom bineerde staf. In verband met de zeer uiteenloopende taak van die onderdeelen, waarbij rechtstreeksche samenwerking vooral plaatselijk geregeld zal moeten worden, schijnen doelmatige werkwijze en goede samenwerking het beste verzekerd door twee afzonderlijke, nauw contact houdende „stafdeelen", welke onder den G. G. als Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht (O.L.Z.) staan. Even noodzakelijk als de Algemeene Secretarie voor de be stuursvoering en de economische enz. oorlogsleiding in het achter land lijkt een Kabinet O. L. Z. voor de operatieve oorlogsleiding. Onder bedoelde staven staan dan de verschillende strijdkrach ten gegroepeerd in plaatselijke verdedigingsmiddelen, bezettingen (met voornl. territoriaal dan wel defensie-karakter)zelfstandig opereerende vaartuigen, eskaders, troepenmachten, vliegtuigver- banden, enz. Bepalen wij ons nu tot de Landmacht, dan zijn dus volgens dit schema noodig le. het departement met de inspecties van wapens en diensten, 2e. een staf voor het landmachtdeel van de weermacht, 3e. de organen voor de bevelvoering over de zelfstandig operee rende deelen van de Landmacht, waarvan een H. K. V. wel het voornaamste zal zijn. Het behoeft geen betoog, dat de overgang van vredes- tot oor logstoestand met minder wrijving zal kunnen geschieden, naar mate deze organen in vredestijd zelfstandiger en vollediger aan wezig zijn. Bezien wij in verband hiermede onze vredesformatie, dan blijkt dat de onderdeelen bedoeld onder 2e en 3e daarin niet genoemd zijn, dus verscholen moeten zitten in het departement met de beheerstaak hebben deze organen echter niets te maken. Onze organisatie in vredestijd moet er dan ook toe leiden, dat de administratieve arbeid te veel van de beschikbare werkkracht opeischt, waardoor de oorlogsvoorbereiding in het gedrang komt. Om een doelmatige vredesorganisatie te verkrijgen moet daarom in de eerste plaats de Generale Staf losgemaakt worden uit het departementeen kleine Vile Afdeeling A kan overblijven met geen andere taak dan het coördineeren van den arbeid van den Generalen Staf met dien van het departement. De alsdan naast het departement staande Generale Staf dient weer gesplitst te worden in onderdeelen correspondeerend met de voor de oorlogsorganisatie noodige organen vermeld onder 2e en 3e, zijnde 1137

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 17