In Augustus 1875 naar Nederland teruggekeerd, werd de 1ste Luitenant Snijders 19 Juni 1876 leeraar in de geniewetenschap aan de K.M.A., welke betrekking tot Februari 1880 werd vervuld. Op 5 Februari 1883 tot Kapitein bij den staf van het Wapen der Genie benoemd, zien wij hem achtereenvolgens met verschillende buitenlandsche zendingen belast, waartoe o.m. behoorde de in 1886 verstrekte opdracht controle uit te oefenen op de vervaardiging van de pantserkoepels voor de Nederlandsche kustforten in de wapenfabrieken te Maagdenburg. Van 18871894 hoofd van on derwijs in de genievakken aan de K.M.A., in 1901 Majoor en achtereenvolgens eerstaanwezend ingenieur te Gorinchem en Haarlem, in 1903 Luitenant-Kolonel, volgde in 1906 de benoeming tot Kolonel. In dit laatste jaar werd de Kolonel Snijders als eenige officier van vreemde nationaliteit benoemd tot 3e lid van de com missie, welke ingevolge het scheidingstractaat van 26 October 1905 tusschen Zweden en Noorwegen moest nagaan of de ontmanteling van de Noorsche vestingen op de grens van beide landen naar behooren was uitgevoerd. Aan deze opdracht werd tot volle te vredenheid van de beide Scandinavische koninkrijken voldaan. Sterker nog trad de erkenning der bijzondere talenten van den Kolonel Snijders aan den dag door zijne benoeming in 1908 tot sous-chef van den Generalen Staf, ondanks het feit, dat de Kolo nel Snijders de studiën aan de Hoogere Krijgsschool niet had ge volgd en ook nimmer tot den Generalen Staf had behoord. Op 16 Juli tot Generaal-Majoor bevorderd, volgde op 1 Juli 1910 de be noeming tot Chef van den Generalen Staf en 31 Maart 1911 zijne bevordering tot Luitenant-Generaal. Scheen deze laatste benoeming aanvankelijk de bekroning van een langdurige en eervolle loop baan, het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 noopte de Regee ring op den Generaal Snijders een beroep te doen voor het ver vullen van de uiterst verantwoordelijke taak van Opperbevel hebber van Land- en Zeemacht. Een functie nog nimmer door een ander dan een lid van het Huis van Oranje bekleed. „Hij waakte van Augustus 1914 tot November 1918 voor 's Lands veiligheid", aldus werd gegrift bij 's Generaals bronzen beeltenis, ter gelegenheid van zijn 80sten verjaardag in het Leger- en Vloot- monument te Scheveningen aangebracht. Gedurende vier lange, moeilijke jaren stonden leger en vloot onder zijn opperbevel, vier jaren lang genoot hij het onbeperkte vertrouwen van de geheele gemobiliseerde krijgsmacht. Toen eindelijk op 9 November 1918 het einde van deze schit terende militaire loopbaan daar was, was echter voor den stoeren werker nog geenszins het uur van rusten aangebroken. Zoo zien wij dan Generaal Snijders terug als lid en medewerker van het Nederlandsch Comité tot onderzoek naar de oorzaken van den Wereldoorlog, uit welke werkzaamheid, in samenwerking met den Luit.-Generaal b.d. R. Dufour, een belangrijke publicatie: 1123

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 3