diepere ademhaling, welke zuurstof dan weer ten deele het melk zuur tot lactacidogeen terug oxydeert. Normaal vindt men in rust een zuurstofverbruik van 200 ccm per min. (Hill)welke bij arbeid kan stijgen tot 4000 ccm per min., dus 20 maal zooveel. Hoe is deze stijging mogelijk? Hiervoor moe ten we even in het kort nagaan, wat we bij de ademhaling kunnen onderscheiden: le. De totale capaciteit, d.i. de hoeveelheid lucht, welke de long kan bevatten, 7 liter. 2e. Het luchtresidu, d.i. hetgeen overblijft bij maximaal uita demen, 1 liter. 3e. De vitale capaciteit, d.i. de totale capaciteit het lucht residu 5,5 liter bij training. 4e. De ademdiepte, d.i. de hoeveelheid lucht, welke bij elke ademhaling wordt ingeademd, gemiddeld 5700 ccm. 5e. De complementaire lucht, d.i. de hoeveelheid lucht, die boven de normale inspiratie kan worden ingeademd bij maximale inspiratie. 6e. De reserve lucht, d.i. de lucht, die beneden de grens van de normale expiratie kan worden uitgeademd. 7e. De ademgrootte, d.i. de frequentie maal de diepte, welke normaal 8 liter is, want de normale frequentie is 16 en de diepte Vz liter. De hoeveelheid complementaire en reserve lucht, welke dus in verband staat met de vitale capaciteit, bepaalt dus de reserve voor in- en expiratie, welke bij spierinspanning van pas komt en hier uit volgt dat alle mogelijke ziekten, welke deze componenten verminderen, een verminderde prestatie geven. Bij getraind zijn stijgt de vitale capaciteit en stijgen dus deze componenten. Bij den arbeid krijgen we nu vermeerdering en verdieping van de ademhaling. De frequentie, welke normaal 16 is, komt haast niet boven de 30, daar anders voor elke ademhaling te weinig tijd zou zijn, dus een vermeerdering van 2 maal. De voornaamste toename geldt dan ook voor de ademdiepte, welke van Vz liter kan stijgen tot 5 liter, dus 10 maal toeneemt. Hierdoor is dus verklaard de mogelijkheid tot 20 maal grootere stijging van zuurstofverbruik bij arbeid. Hoe verkrijgen nu de weefsels de meerdere zuurstof bij arbeid? le. Door locale vaatverwijding in de spieren, ten gevolge van de stofwisselingsproducten melkzuur en koolzuur, welke dilatee- rend werken. 2. Door meer volledige zuurstofuitputting uit het arterieele 1) bloed. De weefsels kunnen er 2 tot 2Vz maal zooveel uithalen als in b slagaderlijke. 1171

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 51