rust, ten gevolge van de zuurvorming, waardoor de dissociatie
curve van het oxyhaemoglobine 2) verschuift.
3e. Door versnelling van den bloedsomloop, welke weer afhan
kelijk is van de polsfrequentie en het slagvolume. Dit zal later
bij het hart worden besproken.
Van belang bij de bespreking van de physiologie van de adem
haling is nog het z.g. „doode punt". Hieronder verstaat men het
gevoel van algeheele uitputting, hetwelk bij elke inspannende
sport, welke wat langer duurt, optreedt en waardoor men denkt
niet verder te kunnen. Slechts door groote psychische prikkel kar»
men dit overwinnen. Verklaart wordt dit door een tijdelijk niet
in staat zijn van de longen om voldoende zuurstof aan te voeren
voor verbranding van het gevormde melkzuur. Hierdoor wordt
het zuursbase-evenwicht teveel verstoord en dit zou het sterk
vermoeide gevoel geven. In zoo'n periode wordt minder arbeid
verricht, er is dan een tijdelijke terugval van prestatie-vermogen
tot het evenwicht door de nu betere oxydatie is hersteld en daarna
kan de prestatie weer worden opgevoerd, zonder nu tot een gevoel
van algeheele uitputting te komen, doordat de ventilatie zich nu
aan den arbeid heeft aangepast. Men voelt zich dan of men het nog
uren kan volhouden, en noemt dit „second wind". Als er een even
wicht bestaat tusschen het zuurstofverbruik en den arbeid, treedt
haast geen vermoeienis op en dit noemt men „staedy state".
Het spreekt vanzelf, dat het verschijnsel van het doode punt
zich slechts voordoet bij die plotselinge krachtsinspanning, waarbij
de ventilatie geen gelegenheid heeft gehad zich aan te passen aan
den arbeid, welke moet worden verricht. Om dit nu te voorkomen,
ziet men voor het begin van den wedstrijd de athleten dikwijls
z.g. pompen om hun adem als het ware voor te zijn. Ook door
zuurstoftoevoer zou dit zijn te voorkomen, zooals men trouwens
door zuurstoftoevoer door de betere verbranding een veel minder
subjectief gevoel van uitputting krijgt en langer kan doorwerken.
Na den verrichten arbeid valt de ventilatie niet plotseling tot
het normale af, maar geleidelijk en afhankelijk van de hoeveelheid
te verrichten oxydatie. Na lichten spierarbeid keert de zuurstof
opname na weinige minuten tot norm terug, na zwaren arbeid kan
dit meer dan een uur duren en houdt men dus zoolang een versnel
de en verdiepte ademhaling. De verklaring is, gezien hetgeen we
reeds van het chemische behandeld hebben, eenvoudig: tijdens
spierarbeid toch wordt in het begin het in de spier gevormde
melkzuur ter plaatse weggeoxydeerd. Later diffundeert dit zuur
uit spieren in het bloed en in andere organen en moet het hier
dus opgeslagen melkzuur na den arbeid nog worden weggeoxy
deerd.
1172
2) oxyhóemoglobine verbinding van zuurstof met de bloedkleurstof.