Het in training zijnde, reeds wat vergroote hart wordt tijdens
inspanning nog grooter, om daarna echter, dus na de inspanning,
kleiner te worden. Dit wijst er dus op, dat de hartspier volkomen
sufficient is, bij insufficientie krijgen we na inspanning juist een
toename van vergrooting van de hartspier.
De normale verkleining van het hart na een wedstrijd kan
uren blijven bestaan. Voor het ontstaan van deze verkleining
bestaat de volgende verklaring. Bij krachtsprestaties gaat haast
alle bloed naar de spieren door de maximale vaatverwijding,
welke hier aanwezig is. Om dit te bereiken moeten de buikvaten
dan vernauwd worden, waarvoor een flinke adrenaline J) pro
ductie noodig is. Deze ontstaat door sympathicus 2) prikkeling
onder invloed van emotie en spanning bij den wedstrijd. Na afloop
van den wedstrijd, als de spanning dus verdwenen is, houdt ook
de adrenaline-productie op en krijgen we als reactie een abnorme
verwijding van de buikvaten, waardoor een gedeelte van het
bloed als het ware aan de circulatie is onttrokken, met als gevolg
een verminderde diastolische vulling en dus een hartverkleining.
Volgens het voorgaande is ook te verklaren de na afloop van een
wedstrijd wel eens optredende collaps 3) toestand. De menschen
hebben dan een bleeke kleur, een snelle kleine pols en een diepe
versnelde ademhaling. Direct na ophouden van de spanning, vooral
als die gepaard gaat met een gevoel van verslagen zijn, houdt de
adrenaline-productie plotseling op, de buikvaten verwijden zich,
terwijl de spiervaten nog wijd open staanwe krijgen dan plot
seling een tekort aan bloed in de periphere circulatie en daardoor
een anaemie 4) van het hersenweefsel, met als gevolg een flauwte.
Dat deze flauwte nooit optreedt bij zeker even vermoeide win
nende athleten mag verklaard worden door de groote vreugde
roes, welke zoo iemand bevangt en door welke emotie de adrena
line-productie nu niet wordt afgebroken. Over het algemeen zien
we, niettegenstaande de angstige aanblik, welke zoo'n flauwte
wel eens mag geven, bij het gezonde hart geen directe nadeelen
van sport en wedstrijd. Bij jongeren, nog in de puberteit zijnde
menschen, moeten we met wedstrijdsport echter oppassen. Het
jeugdige hart schijnt meer elastisch te zijn en gemakkelijker een
flinke dilatatie te krijgen bij te groote inspanning, terwijl hier
nog bijkomt, dat jongeren, die hierdoor een beschadiging van de
hartspier krijgen, niet gewaarschuwd worden door subjectieve
gevoelens, hetgeen bij ouderen wel geschiedt. Hierdoor is te ver
klaren, dat jeugdige recordhouders reeds op 20 jarigen leeftijd op
sportgebied achteruit gaan.
een product van de bijnieren, dat vaatvernauwend werkt.
onwillekeurig zenuwstelsel.
3) flauwte.
bloedarmoede.
1176