Een enkele maal zien we bij gezonde sportslieden tijdens den
wedstrijd een acute hartdood. De oorzaak hiervan is een kamer-
fibrilleeren. x) Waardoor treedt dit op
De Boer geeft daarvoor de volgende verklaring Experimenteel
lukt het om door opvoeren van de frequentie van den hartslag bij
een gezond hart kamerfibrilleeren te krijgen. Als de versnelling
lang duurt of telkens wordt herhaald, wordt de hartspier afgemat
en is dan tot fibrilleeren gedisponeerd, waardoor dan plotselinge
dood optreedt bij een hart, waarbij met het fijnste instrumentarium
geen afwijkingen zijn te vinden. In verband hiermede kan men
dus eigenlijk nooit iemand goedkeuren voor wedstrijdsport, daar
men van te voren nooit weet of hij de inspanning kan verdragen.
Zien we bij arbeid een snelle pols, bij in training zijnde per
sonen vinden we in rust meestal een polsverlangzaming, zelf tot
45 slagen per minuut. Volgens Herxheimer zou dit een gevolg
zijn van het grootere slagvolume van het hart in training, waar
door dus minder hartcontracties noodig zijn om dezelfde massa
bloed te doen circuleeren. Polsverlangzaming treedt dan ook v.n.l.
op bij training voor duurprestaties. Echter komt een regulatie
door het vegetatieve 2) zenuwstelsel hierbij zeker ook ter sprake.
Bij zeer jonge sportslieden komt een polsverlangzaming meestal
niet voor. Samen met deze polsverlangzaming gaat bij getrainden
in rust een verlaging van den bloedsdruk. Evenals met de pols
frequentie gaat het met den bloeddruk bij de jongeren, ook hier
krijgen we in rust geen verlaging van den bloeddruk, zooals bij
volwassenen. Typisch is het normaal nooit samengaan van een
hoogen bloeddruk met polsverlangzaming. Het wel voorkomen
wijst op block 3) of geleidingsstoornis. Tijdens de inspanning
stijgt de bloeddruk.
We hebben nu dus gezien den invloed van sport op het adem
halingsstelsel, het hart en vaatstelsel. In het kort willen we, voor
zoover nog niet behandeld, nagaan enkele invloeden op spierstel
sel, zenuwstelsel, nieren en lichaamstemperatuur.
Wat het spierstelsel betreft, is de massa-toename afhankelijk
van de soort sportzoo doet zware athletiek, dus reine krachtsport
de massa toenemen, terwijl duursport, dus b.v. lange afstandloop
de massa niet doet toenemen. De hardheid van de spier is afhan
kelijk van de contractie het verschil tusschen maximale spanning
en ontspanning is des te grooter naarmate de spier krachtiger is.
De resistentieafname is bij getrainden versneld.
Van practische interesse is nog, dat training van één spiergroep
de „ausdauer" van andere spiergroepen verhoogt en omgekeerd,
1177
1) abnormale contracties van de hartspier.
2) onwillekeurige.
3) geleidingsstoornis in de zenuwen van het hart.