„dat vermoeidheid van één spiergroep de „ausdauer" van andere
spiergroepen achteruit zet.
Wat betreft het zenuwstelsel, wil ik beginnen met er op te
wijzen, dat na zware lichamelijke inspanning de knie- en soms
ook de achillespeesreflex wel eens verdwijnt. Na een lange rust-
peiiode treden ze echter altijd weer tevoorschijn. De voornaamste
invloeden vinden we verder wel op het vegetatieve zenuwstelsel
deze regelen ten deele de polsverlangzaming, de verlangzaming
der ademhaling, de bloeddrukverlaging, de tonogene dilatatie, enz.
Als ook bij het zenuwstelsel behoorend, willen we hierbij 'tege
lijk nog even bespreken de overtraining. Het beeld van overtrai
ning wordt door Parmenter als volgt geschilderd in het begin
is de uiterlijke toestand van den overtrainde wel goed, doch hij
kan zijn vroegeren vorm niet meer geheel bereiken. Er treedt
een zekere prikkelbaarheid op. Er mag b.v. niet meer naar zijn
sportprestaties worden gevraagd. Later gaan zijn prestaties, niet
tegenstaande alle inspanning nog meer achteruit. Hij ziet dit,
zoekt verklaringen, verliest zijn pleizier in de training. Op het
laatst ziet hij er bleek en mager uit, lijdt aan slapeloosheid, heeft
geen eetlust en kan geen mensch meer zien. Lichamelijk vertoont
hij de volgende verschijnselen voortdurende gewichtsafname, te
lang durende snelle pols na inspanning, stijgen van den bloeddruk,
ook in rust, ongelijkmatige ademhaling, enz. De werkelijke
overtrainingsfactoren zijn meest psychisch en hierbij doen zich
sterk individueele schommelingen voor. Zoo doen zich gevallen
voor, dat goed-getrainde lieden door een geestelijken slag in het
stadium van overtraining komen, b.v. na dood van een familielid
of na een liefdes-affaire. Ze willen zich er dan wel overheen zet
ten, maar de interesse voor de training is weg, ze kunnen niet meer
in topvorm komen. Het vechten hiertegen geeft dan snel alle ver
schijnselen van overtraining.
Welke invloed heeft sport op de nieren
Afhankelijk van het vochtverlies bij de soort sport is de hoeveel
heid urine-afscheiding en deze kan dus na veel vochtverlies zeer
miniem zijn en sterk geconcentreerd.
Hierbij wil ik dan even aanstippen het groote vochtverlies bij
een sportprestatie door de huid, en via de longen. Ik herinner
mij uit mijn trainingstijd als race-roerier, dat we in den zomer
verscheidene malen voor en na een oefenbaan van 2 km in race
tempo met daarvoor in een kalm tempo naar het startpunt roeien,
ons gewicht bepaalden en dit dan dikwijls een vermindering aan
gaf van 2 kg, hetwelk niet anders dan vochtverlies kon zijn,
hetwelk v.n.l. binnen de 7 minuten dan moest hebben plaats
gevonden.
Om nog even op de urine terug te komen, hierin wordt na een
sportprestatie steeds vrij veel melkzuur uitgescheiden, terwijl bij
1178