Voornaamste geraadpleegde literatuur
Grundriss der Sportmedizin, door Prof. Dr. H. Herxlieimer, 1933.
Herz und Sport, Dr. Felix Deutsch en Dr. Emil Kauf, 1924.
Sportmedizin van Dr. Felix Deutsch, Wiener Med. Wochen-
schrift, No. 27, 1931.
Hartziekten (het Sporthart), door Prof. Snapper, 1930.
Hartziekten door Th. Lewis, bewerkt door Dr. J. B. Polak, 1934.
Moderne diagnostiek en behandeling Hartpatiënten, door S. de
Boer, 1931.
Lehrbuch der Physiologie des Menschen, van R. Höber, 1922.
Physiologie, door Prof. Zwaardemaker.
1185
ONTVANGEN BOEKWERKEN.
Van den Schrijver ontvingen wij: Militair Ceremonieel, door E. J. M.
Wittert, Luitenant-Generaal b.d. Uitgave van de N.V. Boekhandel en Uitg.
Mij. v.h. W. P. van Stockum Zoon, den Haag. Prijs 0.75.
In deze brochure, welke een samenvatting vormt van een reeks door
Generaal Jhr. Wittert in „De Reserve-Officier" geplaatste artikelen, wordt
een overzicht gegeven van historische wording en beteekenis van militair
ceremonieel, traditie en uiterlijk vertoon. Tal van belangwekkende onder
werpen passeeren de revue: eerbewijzen, eeresignalen, aanzien der weermacht
naar buiten, de militaire muziek, defileermarschen, militaire plechtigheden
(de parade, de inspectie, het defileeren)uitreiking ridderorden, afnemen van
den eed, begrafenissen met militair eerbetoon, eerewachten, eereposten en
eereëscortes, de traditie, uniformen en tenuen, vaandels en standaarden.
Het is goed in dezen tijd van „Neue Sachlichkeit" met zijn neiging tot te
groote strakheid en soberheid eens in het bijzonder de aandacht op al deze
zaken en hare innerlijke waarde en beteekenis te wijzen.
De schrijver vestigt ook de aandacht op den onderlingen samenhang tus-
schen de verschillende militaire ceremoniën en wijst er op, dat de indruk
wordt gewekt dat de samenstellers van de verschillende voorschriften
(Garnizoensdienst, Inw. Dienst, Reglementen der wapens) zonder onderling
overleg zijn te werk gegaan; dientengevolge treft men onnoodige herhalingen
aan en ook wel, wat kwalijker is, tegenspraak.
Schrijver propageert de instelling van een Commissie, welke tot taak zou
hebben in voorkomende gevallen, betrekking hebbende op ceremonieel, te
dienen als commissie van advies. In die commissie zouden tal van personen
zitting moeten hebben, zoo b.v. een gewezen officier van de landmacht, een
van de zeemacht, een van het koloniale leger, een historicus, een uniform-
kundige, een militair schilder tevens heraldicus, enz. Uit practische over
wegingen verdient het echter naar schr.'s oordeel aanbeveling de commissie
slechts uit een drie- of vijftal personen te doen bestaan, die zich dan in
verband met den aard van het te behandelen onderwerp een of meer deskun
digen zou kunnen toevoegen.
M.