7. INLEIDEND WOORD VAN ZIJNE EXCELLENTIE DEN
LEGERCOMMANDANT VOOR DE BIJEENKOMST VAN
GEWESTELIJKE DIENSTCHEFS VAN DEN MILITAIR
GENEESKUNDIGEN DIENST ONDER LEIDING
VAN DEN INSPECTEUR M. G. D. OP 30 OCTO
BER 1935 IN DE BIBLIOTHEEK VAN HET
DEPARTEMENT VAN OORLOG.
Ik heb het dienstig geacht van Uwe tegenwoordigheid te dezer
plaatse gebruik te maken, om een kort woord tot U te richten.
In de laatste decenniën, vooral onder den invloed van den
grooten oorlog, heeft de positie van den Militair Geneeskundigen
Dienst eene groote verandering ondergaan en aan belangrijkheid
gewonnen: dit is U allen welbekend, maar het is niet overbodig
er in dit verband op te wijzen, dat in het moderne leger het zwaar
tepunt van den werkkring van den officier van gezondheid is ge
legen in zijne militair medische taak. En bewust moet hij daar het
zwaartepunt leggen en blijven leggen. Generaal de Vrieze heeft
hierop voortdurend met grooten nadruk gewezen. Ik behoef U niet
uiteen te zetten, wat die taak omvat; wel wil ik onder de oogen
zien, hoe het gestelde doel bereikt moet worden.
Hier ligt een ruim en dankbaar arbeidsveld voor alle chefs:
de jonge officieren van gezondheid, die bij hunne aankomst in
Indië nog geheel vreemd staan tegenover hunnen werkkring, moe
ten geestelijk worden gevormd en geleid. Daarbij moet hun het
besef worden bijgebracht, dat hunne toekomst ligt in eene militair
medische carrière, dat het hun trots moet zijn den Militair Genees
kundigen Dienst hoog te houden en mede verder op te bouwen,
-daarmede dienende een groot leger- en tevens een groot lands
belang.
Het ambt van den officier van gezondheid vereischt kennis,
zeer zeker en in niet geringen graad. Op grond van de zekerheid,
dat hij die bezit, worden hem het leven en de gezondheid van
velen toevertrouwd. Maar de eischen, aan de officieren van ge
zondheid gesteld, zijn lang niet alleen medische; ook zijn zij in de
laatste jaren van karakter veranderd en vooral vermeerderd. De
wetenschap heeft zich uitgebreid; de moderne oorlogvoering heeft
voor den Militair Geneeskundigen Dienst talrijke nieuwe vraag
stukken opgeworpen, problemen, voor welker oplossing diepgaande
kennis van het soldatenleven in al zijn schakeeringen noodig is.
Het geheele samenstel van werkzaamheden eischt een nauwer con-
1186