Men patrouilleert op gewone wijze door de kampoeng, het kader dient goed op de hoogte te zijn van de ligging van het huis. Op een gegeven teeken van den brig.comdt. nemen de drie afdeelingen met den looppas de van te voren aangegeven opstelling in. Dit vooral moet zich in een minimum van tijd afspelen. Moet men een ergens eenzaam liggend huis omsingelen, dan trachte men natuurlijk zoo lang mogelijk gedekt en ongezien te naderen. 4. Het afslaan van klewang-aanvallen. In terreinen waar men klewang-aanvallen kan verwachten, en men niet in verspreide formatie kan voorwaarts gaan, loopt de brigade altijd met tweeën in de z.g. „Sikap awas", d.i. Het linker gelid klewang in de rechterhand (handlis om de pols!) karabijn met haanpal naar links, vinger aan den trekker, horizontaal vlak boven de tasschen links naar buiten gericht (niet in schuine richting, doch loodrecht op de marschrichting Het rechter gelid marcheert op dezelfde wijze met de karabijn naar rechts gericht, met de linkerhand aan de greep en met vinger aan den trekker. (Eigenlijk de houding alsof men „links" wil schieten) De voorste menschen van beide gelederen zorgen voor de be veiliging naar voren en de beide achterste voor idem naar achteren. Heeft een klewangaanval plaats, dan is de eerste reactie van het betrokken gelid (beter van beide gelederen) „doordrukken" om daarna met de klewang in de vuist de tegenpartij te lijf te gaan. Zaak is het, dat in de „Sikap awas" de karabijnen goed lood recht op de marschrichting en goed horizontaal gehouden worden. Tijd om de karabijn in den aanslag te brengen en te mikken heeft men bij een goed uitgevoerden klewangaanval in den regel niet. Het „elan" van den vijand wordt echter gebroken, als onmiddel lijk na 't onderkennen van den klewangaanval 't salvo er uit. vliegt. Door het goed horizontaal houden van den karabijn heeft men echter ook nog kans op treffers (buik- en borstschoten) Om bij vredesoefeningen deze oefening met losse patronen goed te doen slagen neme men als tegenpartij maar één man, voorzien van een stok waaraan een roode vlag. Deze man verbergt zich liggende in 't terrein waar de hinder laag opgesteld zou worden. Als de brigade de plaats van den klewangaanval genaderd is, doet deze man, die zelf blijft liggen niets anders dan de stok met roode vlag omhoog steken. Het salvo met losse patronen moet er dan onmiddellijk uitvlie gen, waarna de manschappen den z.g. vijand in de ons bekende vechthouding staan op te wachten. 1232

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 20