één vijandelijke batterij in te zetten. Na den oorlog is men gaan inzien, dat de te beschieten oppervlakte in de meeste gevallen zeer groot was, dat men veel meer bereiken kon indien de zeker heid, dat het doel in de beschoten oppervlakte lag, werd los gela ten. Men neemt nu genoegen met een kans van 80 dat dit het geval zal zijn, hetgeen ook de strekking is van de artikelen van den generaal Faugeron en van den overste Büchalet. De benoodig- de hoeveelheid te verschieten munitie per ha heeft men echter niet veranderd. Toch is deze hoofdzakelijk gebaseerd op den stelling oorlog. Er werd dus tot vuurconcentratie overgegaan, omdat één bat terij, zelfs een af deeling, in den regel niet voldoende was om het benoodigde aantal projectielen in dien korten tijd op het doel te brengen. Hieruit volgt naar onze meening, dat indien één batterij wel hiertoe in staat is, men in dergelijke gevallen wel degelijk met één batterij mag volstaan, aannemende dat op één afstand wordt geschoten, daar het noodzakelijk is, dat het doel over zijn geheele diepte tegelijkertijd onder vuur moet worden genomen. In VIII. werd door ons naar voren gebracht dat een afdeeling Vd. in een zelfden tijd meer vijandelijke batterijen kon neutrali seeren dan een afdeeling Hw. Is slechts één waarnemingsvlieg tuig beschikbaar, zoo is het gewenscht om het te laten samenwer ken met de afdeeling Vd. er kan in dat geval meer profijt van dezen waarnemer worden getrokken en niet met de afdeeling Hw. Tevens is de wenschelijkheid naar voren gebracht om de vijandelijke batterijen te neutraliseeren door 2 vuurstoo- ten van 7,5 kaliber en één van 10,5. Hadden wij de beschikking over meer Hw., dan zouden wij deze ver houding juist andersom willen nemen. In de tabel XVII is een vuurplan weergegeven van een groep contra artillerie bestaande uit 3 afdeelingen, nl. een afd. Vd., een afd. Bg. en een afd. 10,5 Hw. Deze groep heeft tot taak om in IV2 uur tijds 10 vijandelijke batterijen te neutraliseeren. Er is één waarnemings vliegtuig ter beschikking, dat samenwerkt met de afd. Vd. Aange nomen is, dat de afstanden tot de doelen 1, 2, 3, en 4 voor de 7,5 cm. Bg. oploopen tot maximum 6000 m, daarom zijn zij aan deze afdeeling toegewezen. De doelen 5 t/m 10 liggen op grootere afstanden en zijn daarom aan de afd. Vd. toegewezen. Door de 10,5 cm. Hw. worden 8 opeenvolgende vuurstooten afgegeven op de doelen 5 t/m 10 en 1 en 2. Indien het mogelijk is, dat twee dezer doelen zoodanig gelegen zijn, dat er voor overgang van het eene doel op het andere geen staartverplaatsing voor 10,5 Hw. aan verbonden is, moet bij de volgorde hiermede rekening gehouden worden. De 8 opeenvolgende vuurstooten van de 10,5 Hw., welke alle met een tempo van 3 of 4 worden afgegeven, is wel het maxi mum wat van dezen vuurmond geëischt mag worden. Door de Hw. en de Bg. is van te voren ingeschoten op een hulpdoel. De vuren, 1250

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 38