des te grooter de fout, die de waarnemer zal maken, indien hij zich niet op de juiste plaats bevindt. De terreinhoek naar het doel is in geaccidenteerd terrein vrijwel nooit met juistheid bekend. Een th. fout uit zich bij G.K. vuren in springhoogte. Men loopt de kans dat in een inschietgroep een groot aantal aanslagen voorkomt, of men krijgt juist hooge springpunten. Aanslagen van G.K. zijn zeer lastig, in den regel heelemaal niet waar te nemen. De waar schijnlijkheid is groot, dat de waarneming berust op enkele scho ten met een betrekkelijke lage springhoogte of de geheele groep wordt waargenomen, maar dan zal de springhoogte in den regel hoog zijn, met als gevolg onnauwkeurige waarneming. Bovendien geven deze groepen geen gegevens voor de springhoogte. Punt 34 (2) geeft dan ook vetgedrukt aan „Het inschieten geschiedt z.m. steeds met Gn. en wel met Gn. Z.V.S.W., ook al zou een uitwerkingsvuur met G.K. in het voor nemen liggen". Terugkomende op de proef welke te Pangleseran werd gehou den, moet er dus onderscheid gemaakt worden tusschen de G.K. vuren en de G. vuren. Van de twee G.K. vuren leverde er één resultaat op. De tweede inschietgroep van het eerste inschietvuur viel plus min. Echter was deze waarneming slechts gebaseerd op 2 schoten, 6 schoten werden niet waargenomen, geheel zuiver is deze uitkomst dus niet te noemen. Het tweede inschietvuur met G.K. leverde geen resultaat op. Na 2 inschietgroepen was de af stand tot het doel niet gevonden. De 4 G. vuren daarentegen heb ben alle 4 resultaat opgeleverd, niettegenstaande er werd gescho ten met Gn. oud model, welke veel moeilijker waarneembaar zijn dan de Gn. n.m. langgranaat. We mogen hieruit de conclusie trekken, dat deze methode ook geschikt is voor Gn. in geacciden teerd terrein. Er worden dan per inschietvuur 2 inschietgroepen afgegeven in plaats van één in vlak terrein. Voor G.K. is deze methode ongeschikt. X. Slotbeschouwingen. 1. In het algemeen en zeer zeker bij legers met een zwakke artilleriemacht, zal de artillerie-bestrijding hoofdzakelijk plaats vinden door neutralisatie. 2. Om echter effectief aan de artillerie-bestrijding deel te nemen is het noodzakelijk, dat wij beschikken over eenige afdeelingen artillerie buiten Divisie-verband. 3. De ontdekte batterijen worden eerst onder vuur genomen op een moment dat voor ons het gunstigst is, d.w.z. het moment dat zij onze gevaarlijkste vijand worden. 1253

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 41