brug. Men koppelt daartoe de vlotten van 2 booten tot een brug,
waarbij het uiteenvallen bij luchtbedreiging snel kan geschieden.
3e. de pontoon and trestle equipment", waaruit de middelba
re- en zware pontonbruggen of veren worden gevormd van 920
ton capaciteit. De drijvende ondersteuningen zijn slechts 600 a
700 kg. zware (droog of nat) houten van boven gesloten pontons
eveneens van plywood met metalen liggers en houten dek. Even
als bij de folding boat equipment wordt beschikt over nikkel-
chroomstalen schragen.
4e. de „Small and large box guider equipment"t.w. een me
talen vakwerk kokerligger, waaruit snel bruggen tot bijna 30 m
spanning voor middelbare- en 20 m spanning voor zware lasten
kunnen worden geslagen zonder tusschensteunpunten.
Het materieel ad. 2e-, 3e- en 4e wordt in onmiddellijk in het
werk bruikbare eenheden op speciale motorvoertuigen ten deele
met aanhangwagens vervoerd, zoodat tijd voor aanvoer en op- en
afladen tot een minimum wordt beperkt.
In Frankrijk heeft men het oude ponton- en schraagmaterieel
model 1901 gemoderniseerd en dient dit om 4 en 9-tons bruggen te
slaan, terwijl men modern metalen pontonmaterieel heeft tot ruim
22-ton capaciteit. Voorts heeft men voor „noodbruggen" een
systeem van brugbouw voor 9 18 en 25 tons lasten met stand-
aard-houtmaten uitgewerkt (zie V.P. 1935 No. 2 blz. 105), zooals
door den Kapitein der Genie Dekkers (zie de October-aflevering
van dit tijdschrift) voor onze verhoudingen is gedaan.
In Duitschland heeft men voor zoover officieel bekend nog
slechts het oude vooroorlogsche materieel tot 7-tons bruggen; van
ingevoerd modern lichter materieel en zwaardere bruggen zijn
nog weinig gegevens bekend. Andere legers (Italië V.S.) hebben
op gelijke wijze hun uitrusting gemoderniseerd.
Keeren wij thans tot beschreven geval in I.M.T. 1933 Nr. 5
terug, dan merken wij op, dat hier met zware- en lichte colonne-
bruggen worden bedoeld bruggen van 7 a 9 en 3 a 4 ton cfm. het
vooroorlogsche Duitsche materieel. Zooals reeds opgemerkt is dit
voor onze verhoudingen voorloopig nog voldoende te achten.
Het tewaterbrengen en meer nog het gereedstellen van de pon
tons voor den eersten overgang der infanterie, waarbij S op
iy2 km van de rivier laat afladen en dan verder naar de rivier
laat dragen, zal mogelijk op meer bezwaren stuiten, al rekent
men op een uitrusting met bijv. de Duitsche pontons van 500 a
600 kg gewicht.
Inderdaad is in den wereldoorlog meermalen op deze wijze ge
handeld, maar Generaal von Königsdorfer zegt dan op blz. 14 van
het boekje: „Beispiele von Fluszübergangen": „Die Schwierigkeit
die unhandlichen Pontons in dem steilen Gelande an die Maas
1263