7. WERVINGSKEURING BIJ JAVANEN door C. REELING KNAP, Officier van Gezondheid le Klasse. Medio 1934 ontving ik de opdracht mij ter beschikking te stel len van den wervingsofficier (in dienststukken kortweg aange duid als W.O.) van de 2e Divisie. Mijn taak zou bestaan in het keuren van adspirant-beroeps- soldaten, die bij mij werden voorgebracht door den W.O. Al dadelijk wordt opgemerkt, dat de onderhavige werving al leen betrekking had op Javanen, zoodat zich de door mij opgedane ondervinding ook uitsluitend tot deze bevolkingsgroep beperkt. Als terrein voor de werving was Midden- en Oostelijk Java aangewezen. Getracht zou worden bij voorkeur jongelieden te krijgen van de kleinere plaatsen. De betrokken gegadigden moes ten, wanneer zij voor de keuring wenschten te verschijnen, voor zien zijn van een behoorlijke z.g.n. ,,soerat loeloesan als om schreven in de instructie voor den wervingsofficier van welke instructie de meest essentieele punten zijn le. De W.O. zal steeds een nauwgezet onderzoek instellen naar de antecedenten van de adspirant-recruten. 2e. De W.O. zal zich hebben te verstaan met het betrokken af- deelingshoofd (regent) en den Assistent-Resident. 3e. Bij elke keuring zal den betrokken Assistent-Resident worden verzocht een bestuursambtenaar aanwezig te willen doen zijn ter controleering van de personen en tot het geven van in lichtingen over candidaten, aan wie een „soerat loeloesan" werd afgegeven. 4e. De dessa-hoofden zijn verantwoordelijk voor de verstrekte inlichtingen. Geen soerat loeloesan zal door de dessa-hoofden worden afgegeven, dan wanneer de candidaat hem persoonlijk bekend en reeds geruimen tijd in zijn dessa gevestigd is. 5e. De „soerat loeloesan" moet van vingerafdrukken van den houder zijn voorzien, voor de echtheid waarvan het betrok ken dessahoofd verantwoordelijk is. Daar door mij totnogtoe hier te lande geen wervingskeuringen waren verricht, werd getracht van te voren zooveel mogelijk ge gevens ter zake te verzamelen. 1269

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 57