Een zeer goede maatregel is dan ook dat alle candidaten, die door den aan den wervingsofficier toegevoegden dokter geschikt bevonden zijn, nog eens worden nagekeurd in een groot militair hospitaal, waar meerdere specialisten, voorzien van diverse toestellen voor bijzonder onderzoek, werkzaam zijn. Ik stelde mij bij de keuringen meest op het standpunt, dat menschen met twijfelachtige afwijkingen (b.v. wat verkorte long top, lichte opzetting van de schildklier, enz.) bij goeden algemee- nen toestand en gunstig voorkomen, voorloopig konden worden goedgekeurd. In deze gevallen wordt a.h.w. automatisch een beslissing van de zijde van de herkeurende officieren van gezondheid in het militair hospitaal uitgelokt. Eenig risico moet de wervingsdokter nu eenmaal op zich dur ven nemen. Doet hij dit niet, en stuurt hij alleen menschen aan wie gegarandeerd niets ontbreekt, dan krijgt hij, zooals reeds is uiteengezet, het aantal candidaten zeer zeker niet bij elkaar. Herhaaldelijk ondervond de wervingsofficier de moeilijkheid, dat de voor de keuring verschijnende candidaten nog niet voor zien waren van een volledige „soerat loeloesan" (ongeveer te be schouwen als identiteitsverklaring en tevens bewijs van goed gedrag) Men zou nu weer allen, bij wie deze administratieve aangele genheid nog niet in orde was, eenvoudig kunnen afwijzen, maar dan kwam er van de heele werving niet veel terecht en zouden de er aan bestede tijd en geldelijke kosten voor een belangrijk deel verloren zijn. Wij pasten na onderling overleg in dit geval dan maar ,,de kunst van ongehoorzaam zijn" toe, en bepaalden dat degenen, die voor zien waren van een korte verklaring van den loerah, konden ge keurd worden. Men bespaart aan het Bestuur op deze wijze het opmaken en afgeven van een groot aantal „soerat loeloesan" met betrekking tot personen, die toch nooit of te nimmer in aanmerking zullen kunnen komen om soldaat te worden. Van de eenmaal door mij goedgekeurden werden vingerafdruk ken (in de wandeling veelal „slips" genaamd) gemaakt, welke afdrukken werden opgestuurd naar het Dactyloscopisch Bureau te Batavia. Hadden wij een andere wijze van werken gevolgd, dan zou het Dactyloscopisch Bureau overstroomd zijn met „slips", terwijl nu het aantal redelijk beperkt bleef. Ik mag hier bijvoegen, dat het maken van die vingerafdrukken, op de techniek waarvan hier niet nader zal worden ingegaan, een heel wat meer tijdroovend werkje is dan de buitenstaander mis schien zou denken. 1275

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 63