1279 De geslachtsdeelen moeten nauwkeurig worden bekeken. Wat dit laatste betreft, mag de onderzoeker nooit genoegen nemen met het veelal gebruikelijke „half en half laten kijken" met gedeeltelijk voorgehouden vingers. Speciaal moet worden nagezien, of er zich aan de geslachtsdeelen, of in de omgeving daarvan geen verzweringen (zoowel in de liezen als aan de schaam- deelen zelf) bestaan. Deze zijn in de meeste gevallen het gevolg van ge slachtsziekten. Er mag in het geheel geen etterige uitvloed uit het urinekanaal bestaan. Men negeert daarbij eventueele verklaringen als „tida apa2", „soedah baik", en dergelijke, van de zijde van den candidaat. Personen, die lijdende zijn aan geslachtsziekten, kunnen niet tot een verbintenis als soldaat worden toegelaten. VI. Armen. De gegadigde moet over een paar stevige gespierde armen beschikken. Het spreekt van zelf, dat verlamming of (zelfs geringe) beperking in de normale beweeglijkheid reden tot afkeuren zijn. Vooral de vingers moeten goed bewogen kunnen worden. De onderzoeker kijke hierbij eens naar de polsen, Zijn deze bijzonder dun en fijn (z.g. aristocratisch van bouw) dan beschikt de candidaat meestal over een onvoldoend krachtig spierstelsel en deugt dus niet voor beroeps soldaat. VII. Beenen. Het bezit van een paar krachtig gespierde, rechte beenen (noodig om goed te kunnen marcheeren) strekt tot aanbeveling. Verlammingen of verstijvingen mogen been en voet natuurlijk weer ner gens vertoonen. Wanneer de gegadigde eenige keeren achtereen diepe kniebuigingen zonder bezwaar uitvoeren kan, zijn de gewrichten, die bij het been behooren, in den regel wel in orde. Wat de knieën betreft is een O-stand in het algemeen geen bezwaar om te worden goedgekeurd (al is een geheel recht been dan ook mooier). Zoodra echter een duidelijke X-beenen-stand aanwezig is, moet de persoon worden afgekeurd, daar dit in het algemeen wijst op zwakte van het loop apparaat. Wat onder O-beenen en X-beenen wordt verstaan, wordt duidelijk gemaakt door bijgevoegde foto's. De enkels mogen in geen geval opgezet zijn. De voetzolen moeten nauwkeurig worden bekeken, om na te gaan, of er geen platvoeten zijn. Als men twijfelt of een platvoet al dan niet aanwezig is, moet men den candidaat met vochtig gemaakte voeten over een vlakken, gecementeerden of betegelden vloer laten loopen en de afdrukken bekijken, die de voeten van den man bij het loopen hierop achterlaten. Ook mogen de voetzolen niet sterk gebarsten zijn, (z.g. „blah van den voet") daar dit in den regel wijst op ongenezen framboesia tropica. De teenen mogen niet verkromd zijn of in zoodanigen misstand staan, dat het dragen van militair schoeisel hierdoor bemoeilijkt zou worden. Tot slot eenige Algemeene Opmerkingen. Personen, van wie bekend is, dat zij bloed hebben opgegeven of lijdende zijn of hebben geleden aan langdurig hoesten, mogen niet voor verdere keu ring worden doorgezonden. Met name geldt dit, wanneer het hoesten gepaard is gegaan met vermage ring, gevoel van slapte, des nachts veel zweeten en af en toe koorts. Candidaten, die toevallen hebben gehad, of die hebben geleden aan krank zinnigheid of zenuwlijden (al was het ook slechts gedurende korten tijd) kunnen niet in aanmerking komen om beroepssoldaat te worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 67