dat de onderlinge verbindingen niet dan met de grootste moeite kunnen worden onderhouden en de O.H.L., welke ver weg is, niet meer op de hoogte is van den stand van zaken en niet meer in staat is aanwijzingen te geven, welke verband houden met den juisten toestand. Het was aan Joffre gelukt, zijn legers van den vijand los te maken en het besluit was genomen, om tot achter de Seine terug te gaan om van daaruit, opnieuw verzameld, nog eenmaal het geluk te beproeven. Toen op 6 September de toestand voor de Franschen in een voor hen gunstig stadium was gekomen, werd reeds op dien dag, op aansporing van Galliéni, de algemeene tegenaanval bevolen. Deze aanval trof de Duitschers onverwacht en in een voor hen ongunstige positie. Des te grooter was de uitwerking, nu von Moltke in deze dagen de leiding geheel overliet aan zijn leger- chefs en elke eenhoofdige leiding ontbrak. Het Duitsche Reichs- archiv heeft in zijn publicaties de houding van von Moltke in den Marneslag gequalificeerd als„eine an Selbstausschaltung grenzende Zurückhaltung". Op 5 September, dus daags voor den eigenlijken slag aan de Marne zou beginnen, was de toestand bij le en 2e A. als volgt. Ie A. bereikte met vier A.K. het terrein ten W. van Coulom- miers-Choisy-Sancy-Esternay. Het IV Res. K. met de 4e Kav. Div. bleven ten N. van de Marne, N.O. van Meaux, als dekking tegen Parijs. Kav. K. 2 ging voor het leger uit ter verkenning in de richting Province. 2e A. kwam, in tegenstelling met le A., slechts 10 km vooruit, waardoor de voorwaartsche afstand tot le A. tot 20 km werd vergroot. Toen de legers op 5 September in voorwaartsche beweging waren, kwam plotseling een bericht van de O.H.L. hetwelk alle plannen omverwierp en vérdragende gevolgen had. De uitvoerige aanwijzingen der O.H.L. voor de verschillende legers werden door officieren persoonlijk overgebracht. Bij A.O.K. 1 kwam overste Hentsch. Uit hetgeen deze mededeelde vernam generaal von Kluck tot zijn groote verbazing, dat de linker vleugel (5e, 6e en 7e A.) niet in zegevolle opmarsch was, zooals men aannam, doch was vastgeloopen tegen de Fransche oost-vestingen. Het zou ons te ver voeren om het bevel der O.H.L. in al zijn bijzonderheden te bespreken. Voor wat betreft het le en 2e leger luidde dit in het kort: Beide legers blijven tegenover het O. front van Parijs om vijandelijke offensieve bewegingen van uit Parijs het hoofd te bieden, le A. tusschen Oise en Marne- 2e A. tusschen Marne en Seine. Dit beteekende het stopzetten van den opmarsch. Voor le en 2e A. was het bevel zonder meer niet uitvoerbaar, omdat het le 1218

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 6