„voos" is. Dat hij bovendien X-beenen heeft is op de foto duidelijk te zien. Betrokkene werd afgekeurd. Foto C. vertoont alleen verschillende beenvormen. No. 1. Krachtig gespierde beenen, maar zoodanige plat voeten, dat patiënt diende te worden afgekeurd. Het is natuurlijk mogelijk, dat wij hier te doen hebben met een platte voet, die geen insufficientie-verschijnselen vertoont. Op grond van de aanwezigheid van de stevige kuit, die er zich boven bevindt, zou ik het bijna gelooven. Hier staat echter tegenover dat: le. wanneer deze man het later in dienst niet naar zijn zin zou hebben en begint te klagen over zijn voeten, het niet mogelijk is, te bewijzen, dat zijn klachten ongegrond zijn. Maar al te gemakkelijk zal hij zich dan kunnen beroepen op de aanwe zigheid van zijn totaal verstreken voetgewelf. 2e. het militaire schoeisel, dat in principe immers „confectie- schoeisel" moet zijn, ingericht is voor personen met normale, holle voeten, en niet geschikt is voor platvoetigen. No. 2. Rechts is het voetgewelf vrijwel geheel normaal. Hoogstens bestaat hier een geringe graad van „spreidvoet". Links is er een beginnende doorzakking. Wanneer er geen verdere lichamelijke afwijkingen bestaan en de algemeene bouw goed en krachtig is, zou ik zoo iemand nog willen goedkeuren. N.B. Mijn indruk was, dat hier te lande, evenals in Nederland (aanhaling van Dr. Murk Jansen uit Leiden), de platvoet links meer voor komt dan rechts. No. 3. Voorbeeld van in alle opzichten onvolwaardig loopappa raat. Dunne, weinig gespierde beenen, verstreken voetgewel ven, sterk binnenwaarts doorzakken van de enkels, op deze foto het duidelijkst uitkomende aan den rechter voet. Samenvattend Overzicht. le. Het bij elkaar brengen van een voldoend groot aantal jonge Javanen, gechikt voor beroepsmilitair, is veel lastiger en tijdroovender dan men aanvankelijk denken zou. 2e. Men moet met lichte, bestaande afwijkingen, die de alg'eheele bruikbaarheid van het individu naar alle waarschijnlijkheid geen schade zullen doen, genoegen durven nemen. 3e. Met name in zake de beoordeeling van bestaande trommel vliesperforaties pleit ik voor wat meerdere clementie. Men houde in deze ook rekening met ligging en grootte van de perforatie. 4e. Men zou m.i. zoo min mogelijk hinderpalen moeten plaatsen, voor wat de hoegrootheid van het medegebrachte gezin be treft. 1282

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 70