1291 Artillerie. Tactiek. In de afleveringen van April t/m Juli 1935 van de Revue d'Art. geeft Lieut, col. d'Art. P. Moustey een verhandeling over L'artillerie dans le combat déjensif, waarin theoretische beschouwingen over dit onderwerp in aanslui ting daaraan worden toegepast op een concreet geval op de kaart. Zonder in een volledig overzicht te vervallen, willen wij nochtans eenige belangrijke punten hieruit naar voren halen. In de inleiding merkt de schr. op, dat de Fransche voorschriften verouderd zijn en nog te veel gebaseerd zijn op den stellingoorlog. Voor de bewegings oorlog moet men zich daarvan eenigszins los maken. De divisie, welke in het applicatorische gedeelte wordt behandeld, heeft in de verdedigende opstelling haar 3 regn. inf. naast elkaar opgesteld. De art. van de div. telt de organieke 2 regn. met 3 afdn. 75 en 2 afdn. 155 C., nog ver sterkt met 1 reg. van 2 afdn. 75 motortractie. Deze art. is opgesteld in een strook van 3 tot 6 km achter de hoofdweerstandslijn. Voor elk reg. inf. is 1 afd. 75 aangewezen voor rechtstr. steun, terwijl 1 groep van 2 afdn. 75 en 1 groep van 2 afdn. 155 C. zijn ingedeeld voor de action d'ensemble (Contra-art. is taak van de L.K. art.). Bij de behandeling van de manoeuvre des feux geeft de schr. aan, dat een afd. met een snelvuur van enkele minuten een lineair doel van 600 m breedte dan wel een opp. van 3 a 5 ha kan neutraliseeren. De vuurstrook, die aan een afd. wordt toegewezen zal normaal 60° bedragen. V.w.b. de commandovoering wordt gezegd, dat de div. cdt. zijn geheele art. commandeert. Dit co. oefent hij uit hetzij rechtstreeks, nl. voor wat betreft de taken en de verdeeling in algemeenen zin, hetzij (in de meeste gevallen) door tusschenkomst van den div. art. cdt., die als uitvoerder van den wil van zijn chef, meester is over alle art. van de div. De uitgebreid heid van het div. front, het groote aantal te commandeeren afdn., de ver zekering van het noodige verband, enz., maken het noodzakelijk, dat tus- schen den div. art. cdt. en de uitvoerders (dat zijn de afd. cdtn.) een tus- schenschakel wordt gelegd, die wordt gevormd door de groepen. Hierna volgt de gebruikelijke indeeling in groupements d'appui direct en groupements d'action d'ensemble. Van de eerstgenoemde zegt de schr., dat zij een soort veiligheidsorgaan vormen van het te steunen reg. inf. en dat zij daarom nor maal niet aan haar taak onttrokken mogen worden, dat zelfs de div. cdt., tenzij buitengewone omstandigheden hiertoe dwingen, dient te vermijden deze groepen aan hun taak te onttrekken. Voor rechtstr. steun wordt meestal 75 ingedeeld, slechts bij uitzondering houwitsers. Het co. over een groep behoort te berusten bij een reg. cdt. van de art. voor een groep van één afd. kan z.n. de afd. cdt. met het co. worden belast. De schr. is geen voorstander van het gebruik van „sections ou pièces no- mades" in den bewegingsoorlog. Voorts dient een echelonneering in de diepte van de batterijen eener afd. te worden vermeden de bijn. moeten hoogstens 600 a 800 m van elkaar verwijderd zijn, omdat anders de co. voe ring en het uitvoeren van afd. concentraties te moeilijk wordt. Voor de organisatie der waarneming wordt cenrtalisatie gewenscht ge acht, d.w.z. dat de hoogere leiding centraal regelt welke plaats elk onder deel zal innemen in de samenstelling van den geheelen waarn. dienst. Bij de vuren voor het defensief worden achtereenvolgens de volgende besproken. le. Vuren op grooten afstand. Gewezen wordt op het vaststellen van een max. hoeveelheid munitie voor deze taak, welke hoeveelheid vooral in den bewegingsoorlog niet te groot mag zijn. In beginsel dient men ook kaart- vuur te vermijden op doelen, die te uitgestrekt zijn, te vaag bepaald of die niet zijn te bewaken. Een uitzondering wordt gemaakt voor zeer scherp omlijnde doelen, die van overwegend belang zijn, zooals punten welke de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 79