1293 vijand zich daar bevond, goeddeels een gevolg van het ontbreken van de verbinding tusschen inf. en art. De schr. komt dan ook in zijn conclusie tot de volgende uitspraak: „Aussi done: tirs systématiques, concentrations, action de l'artillerie en masse, notion du nombre de projectiles a employer en vue d'un résultat a attendre: tout ceci constitue un héritage de guerre conside rable; mais si considérable qu'il soit, il ne doit pas exclure et faire oublier les méthodes de 1914, toutes basées sur l'observation terrestre; il faut garder aux tirs de vue toute leur importance: ce sont eux qui donnent, et qui donne- ront comme ils ont donne, les resultaat les plus surs, si les artilleurs d au- jourd'hui veulent bien s'y entrainer comme ceux d'autrefois". In de Mil. Wiss.Mitt. van Juni 1935 schrijft Major des B. H. Wilhelm Zuber: Über Artillerieverwendung und Schiesztechnik im Bewegungskampfe. In verband met den vooruitgang op technisch gebied gaat de schr. na hoe het optreden van de art. moet zijn in een toekomstigen oorlog. Kenmerkend zal zijn het verrassend optreden van zeer snelle kleme ver banden, waarnaast de groote massa van het leger zich echter veel langzamer zal bewegen dan in 1914 (vliegergevaar). Voor de art. valt het volgende op te merken. 1. Marschen in gesloten formatie zullen hooge uitzondering zijn. 2. Er is geen veilige zone, zoodat steeds gedacht moet worden aan bevei liging, zoowel op marsch als in stelling en in rust, meestal door het wapen zelf; de art. moet daarbij voorbereid zijn op afweer naar alle zijden. 3. De bij snelle troepen ingedeelde art. moet buitengewoon snel optreden, sneller dan de vroegere rijdende art. 4. De oude batterijstelling op kleine ruimte is niet meer toe te passen, verspreide opstelling der stukken zal regel zijn. 5. Voor ondersteuning der inf. moet de waarnemings- en vuurleidingsdienst snel worden ingericht op overeenkomstige wijze als tijdens den wereld oorlog. 6. De moeilijkheden bij aan- en afvoer dwingen tot uiterste spaarzaamheid met de munitie. De schr. behandelt dan achtereenvolgens batterijstellingen, vuurleiding, nabijverdediging van de batterijstelling, snel bewegende doelen, taken bij inleidende gevechten en nadering, steun van den aanval, schootstafels en ove rige hulpmiddelen, munitieaanvulling, een eenigszins bonte rij van tactische en technische onderwerpen, waaruit wij slechts enkele punten willen aanstip pen. Oefeningen in de nabijverdediging van de bij.stl. worden van het grootste belang geacht. Eveneens het vuur op bewegende doelen. Bij de nadering moet nauwe voeling worden onderhouden met de mi., waartoe de art. niet te vroeg moet worden ingezet, doch echelongsgewijze volgt; bergartillerie is hiervoor totaal ongeschikt. Tevoren inschieten op bepaalde punten in het doelenterrein is van de grootste beteekenis om snel het vuur te kunnen openen; men zij hierbij echter zuinig met de munitie. De schr. stelt zich voorts op het standpunt, dat het optreden van de art. v.w.b. vuurleiding, waarnemings- en verbindings dienst overeenkomstig moet zijn als in den stellingoorlog, doch alleen sneller. (De methoden van den stellingoorlog waren niet bepaald ingesteld op snelle actie). Overigens staat hij sceptisch tegenover toepassing van dagmvloeden. V echtwagenbestrijding De Revue mil.francaise van April 1935 bevat een verhandeling^ over: Ba defense contre les chars de combat et les autos blindés dans l armee rou- maine naar een studie van generaal Jacobici in de Romania Militara van van JuliNov. 1934. Wij wijzen op dit artikel omdat het Roemeensche leger, evenals wij, niet over geëigend tankafweergeschut beschikt. De studie is overigens gericht op de mogelijkheid van een oorlog met Rusland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 81