1294 Het Sovjetleger beschikt over volgende typen pantservoertuigen: 1. verkenningsvechtwagens, snel, licht gepantserd, bestemd voor "sondages", vervolging, mobiele vuurreserve; 2. begeleidings- en beschermingsvechtwagens om met de inf. ten aanval te gaan; 3. vechtwagens van groot vermogen voor actie op grooten afst., vereenigd in bataljons of regn. ter beschikking van div. of L.K.cdtn., eventueel ge steund door gemechaniseerde art.; 4. „chars de choc", zwaar met zware bewapening en pantsering, bestemd om bres te maken in zwaar verdedigde zones en om de begeleidingsvecht- wagens te beschermen; 5. pantserauto's. Hiertegenover kunnen de volgende afweermiddelen worden gesteld: 1. inf. munitie tegen kijkspleten en periscopes; 2. kogels van 8 mm, hebben echter geen uitwerking meer tegen pantser van 11 mm (Vickers vechtwagens)men heeft er daarom verder van afgezien j 3 superkogel Halger van 11 r. Gerlich, die uitwerking zou hebben tegen pantser van 22 mm; het Amerikaansche leger bewaart echter het geheim; 4. handgranaten, hebben alleen uitwerking bij bundeling van 7 stuks, alleen tegen lichte vechtwagens en pantserauto's; 5 kanon van 37 mm, kan het pantser van moderne vechtwagens (30 mm) niet doorboren, maar kan gebruikt worden tegen zijwanden en rups banden; 6 kanon van 53 mm, genomen uit de pantserkoepels en geplaatst op een eenvoudige affuit, is slechts geschikt voor gebruik bij een vechtwagen- hindernis; 7. de inf. mortieren hebben onvoldoende uitwerking. 8. het bergkanon of het veldkanon is de meest gevreesde vijand van den gevechtwagen, mits het goed gecamoufleerd is en beschikt over wissel stellingen. Het gewenschte afweerwapen voor de toekomst acht de schr.: a. een kanon, dat de zwaarste pantsering kan doorboren, tevens geschikt voor krombaanvuur uit dezelfde schietbuis; b. een licht geweer type Dr. Gerlich of een mijnwerper, die mijnen werpt tot 50 a 100 m afstand. Een berekening voert schr. tot het resultaat, dat 4 anti-tank-kanonnen noodig zijn per bataljon. Thans moeten deze vervangen worden door 2 stukken veldgeschut. Dat wordt voor een divisie 14 stukken of rond de sterkte van één afdeeling, genomen uit die eenheden, die niet aan het afslui- tingsvuur deelnemen. De plaats van dit geschut is tusschen de lijn der onder steuningstroepen en de „ligne d'arrêt". Verder moet alle art. gereed zij ons uit nabij gelegen stellingen doorgedrongen tanks te bestrijden. De schr. drukt zijn twijfel uit over de doelmatigheid van het spervuur der art. tegen tanks Tegenover pantserauto's moeten zelfs op grooten afstand van den vijand afweermaatregelen worden getroffen. Behalve door de inf. vindt de bestrij ding plaats door enkele stukken, verdeeld over de colonne; bij halt houden worden barricades ingericht. In de Revue d'Art. van Mei 1935 schrijft Generaal Founder over; Tir des batteries contre les chars de combat. Hij neemt de reglementair voorgeschreven vuurwijze in beschouwing; vuur verdeeld over een front breedte van 100 a 150 m; met groote sprongen min-schoten zien te krijgen en op dien afstand een spervuur leggen; wordt het vuur plus, dan een sprong terug nemen. De schr. staat sceptisch tegenover deze bestrijdingswijze, vooral in verband met de omstandigheid, dat de vechtwagens eerst op - 800 m van de eigen inf zichtbaar zullen worden. Ofschoon een berekening van de tref kans niet wel mogelijk is, is deze kans toch zeer gering. Aangezien echter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 82