1297
hindernis (tegen inf.) is aangebracht, dient het mijnenveld tegen verkenning
door den vijand aan de eigen zijde daarvan te worden aangebracht. Ideaal
is behalve de hindernis voor de frontlijn nog een mijnhindernis om de
afweerwapens (in de eerste plaats om de voorste). Voor een divisie zouden voor
de fronthindernis bij een frontbreedte van 12 km al dadelijk 36.000
mijnen noodig zijn; daar ook verder achterwaarts als regel enkele hindernis
sen hier en daar en voorts hindernissen rond de afweerwapens noodig zijn,
komt men al spoedig tot 60.000 mijnen. Neemt men nu nog aan, dat ongeveer
een derde van het front i.v.m. den aard van het terrein zich niet leent voor
vechtwagenaanvallen, dan heeft men toch nog rond 44.000 mijnen noodig.
S. wil het pi.bat. van de divisie organiek uitrusten met 5.000 mijnen (ifh
terreinauto's) en de vechtwagenafweercien. en bijn. art. elk met 80 mijnen.
De overige mijnen dienen voor de helft door de div. te worden medegevoerd
(in 1 of 2 divisiemijnencolonnes) en voor de andere helft in gemotoriseerde
mijnencolonnes van het leger.
Indien een divisie over weinig mijnen beschikt, b.v. 1.000 a 3.000 stuks, dan
blijft voor gebruik alleen de methode c over, waarbij gedurende het gevecht
de mijnen op de meest bedreigde plaats worden uitgelegd.
Voor het uitleggen van 20.000 mijnen voor de frontlijn van een stelling heeft
een pionierbat. a 3 cien. (totaal 400 man) 14 a ruim 1 dag noodig, waarbij
per man 50 mijnen worden gelegd.
In Amerika is sedert kort een nieuwe springstof, onder den naam Ni-
troammonium in gebruik. De uitwerking is 20 sterker dan trotyl, het is
uiterst veilig tegen verhitting en schokken. Het bestaat in hoofdzaak uit
ammoniumsalpeter en heeft een zuurstofgehalte van 40 aan deze laatste
omstandigheid en een bijzondere koolstofverbinding is de groote ongevoelig
heid te danken.
W.
Versterkingskunst.
Militdr Wochenblatt, Nr. 13 bevat een artikel over de beteekenis van duur
zame landversterkingen in verband met de moderne strijdmiddelen (vecht-
wagens, luchtstrijdkrachten en chemie).
Vooral vechtwagens en luchtstrijdkrachten, beide bij uitstek aanvalswa
pens, zijn sedert 1918 tot een hoog peil opgevoerd de kleine vechtwagens
leenen zich daarbij bijzonder voor verrassend optreden.
Hoewel t.a.v. den gasoorlog v.z.v. bekend na den wereldoorlog geen baan
brekende uitvindingen zijn gedaan, acht S. gezien de ijverige onderzoe
kingen in vele landen verrassing geenszins uitgesloten de techniek van
vernevelen is echter met sprongen vooruitgegaan en van bijzondere betee
kenis voor den aanval op duurzame versterkingen.
Hoewel over karakter en verloop van een toekomstigen oorlog moeilijk
voorspellingen zijn te doen, zal het aanvankelijke optreden van groote weer
machten waarschijnlijk gekenmerkt worden door overvallingen door snelle
grondstrijdkrachten alsmede door lucht- en zeemacht. Elk land zal er naar
streven een indringen in eigen gebied te verhinderenhet beste middel
daartoe is den vijand voor te zijn. Grensversterking is dus van groot belang,
in het bijzonder voor landen, die kans hebben den strijd op meer dan een
front te gelijk te moeten voeren. De omstandigheid, dat deze grensverster-
kingen aan overvalilng van sterke moderne legerafdn. blootstaan, dwingt
tot bijzondere waakzaamheid en bezetting door goed geoefende troepen in
vredestijd. I.v.m. de groote dieptewerking van moderne snelle verbanden
kunnen echter duurzame versterkingen meer landinwaarts niet worden
ontbeerd (ook gedurende den wereldoorlog trad enkele malen de waarde
van dergelijke versterkingen in tweede lijn op den voorgrondParijs,
Krakau).