trachten los te maken van den vijand; de reeds gedeeltelijk be
vochten zege veranderde in het verlies van den slag.
De vraag is nu: Wie gaf het bevel voor den terugtocht en waar
om werd dit bevel gegeven
Zooals bekend zat de O.H.L. te ver weg, om persoonlijk tijdig in
den slag te kunnen ingrijpen. De berichten, welke binnen kwamen
gaven haar geen juist beeld van de gebeurtenissen. Men was
er niet zoo zeker van, dat de zaken wel goed liepen en dit is de
reden, waarom von Moltke, bezorgd geworden over den goeden af
loop, een stafofficier uitzond om persoonlijk contact met de ver
schillende legers op te nemen. Hoewel op zich zelf een derge
lijke opdracht niets bijzonders was en misschien wel de eenige
manier om er achter te komen hoe de zaken werkelijk stonden,
werd deze opdracht uitgebreid met een volmacht om, in geval dit
noodzakelijk bleek te zijn, een terugtocht te bevelen. Hiermede
werd op Hentsch een verantwoordelijkheid geladen, welke helaas
voor hem te zwaar is gebleken.
Voor wat betreft de reis van Hentsch verwijzen we naar het,
aan het slot van dit artikel opgenomen, verslag, dat voor zichzelf
spreekt. De plaatsruimte laat niet toe, om een uitvoerige beschou
wing te geven van het aandeel, dat de O.H.L. zoowel als de ver
schillende aanvoerders in den Marneslag hebben gehad. Over het
aandeel van overste Hentsch moge echter nog een en ander worden
vermeld.
In het verslag staat dat le A. niet op bevel der O.H.L. (i.e.
Hentsch) den terugtocht heeft aanvaard doch dat dit geschied
is, gedwongen door de omstandigheden. Het „Kriegswerk des
Reichsarchives" stelt echter onomstootelijk vlast, dat het aan
Hentsch was overgelaten eventueel den terugtocht te bevelen en
dat hij dit ook werkelijk heeft gedaan. De indrukken welke hij,
waarschijnlijk geheel ten onrechte, had verkregen van den toe
stand bij 2e A. zijn voor hem aanleiding geweest om bij A.O.K. 1
den toestand al wel heel donker voor te stellen. Toen hem ter
oore kwam, dat de Engelschen de Marne hadden overschreden,
rekende hij er vast op, dat von Bülow wel zou teruggaan. Toen de
chef staf le A., generaal von Kuhl, pleitte voor een „Durchfüh-
rung des Kampfes bis zum endgültigen Sieg", deelde Hentsch
hem mede, dat von Bülow's rechter vleugel reeds door den vijand
was geslagen en was teruggetrokken en uitte hij de merkwaardige
woorden „Die 2e A. ist nurnoch Schlacke". Hiermede was voor
von Kluck alle verdere twijfel weggenomen en gaf hij noodge
dwongen het bevel voor den terugtocht.
De sluier welke ligt over het geval Hentsch zal wel nimmer
geheel worden opgelicht. Toen eindelijk de tijd was aangebroken,
om een nauwkeurig onderzoek naar een en ander in te stellen,
1220