Geheel onverwacht brak den 16 October 1798 in Caïro een hevig
oproer uit, veroorzaakt door ontevredenheid der inwoners met het
nieuwe, hoewel toch niet harde régime, terwijl daartoe ook wel zal
hebben bijgedragen het bekend worden van het feit, dat Turkije
aan Frankrijk den oorlog had verklaard. Toen de garnizoenscom
mandant, generaal Dupuy, door de oproerlingen was vermoord,
achtte NAPOLÉON het tijdstip gekomen om zelf in te grijpen. Hij
liet de moskee en de omliggende straten afsluiten en door de artille
rie beschieten, wat een 800 slachtoffers veroorzaakte en een eind
aan het oproer maakte. Hoewel NAPOLÉON naar zijn rapporten
aan het Directoire zoo zacht mogelijk strafte, verloren toch 3000
inwoners hun leven; en aan den generaal Reynier schreef hij:
„Eiken avond laten wij een dertig hoofden afslaan, waaronder
vele van aanvoerders"; wat niet bepaald zachtzinnig klinkt,
Einde December 1798 ging NAPOLÉON naar de Roode Zee en
bezocht hij Suez, waar het hem gelukte de sporen van het Kanaal
te ontdekken, dat voorheen de Roode Zee met een der armen van
den Nijl verbond; bij de Bittermeren ging het spoor echter verlo
ren.
Gedurende het 2e halfjaar van 1798 werden door NAPOLÉON's
onderaanvoerders de overige provinciën van Egypte veroverd,
zoodat tegen het voorjaar van 1799 ook Opper-Egypte stevig in
handen van de Franschen was.
Inmiddels had den 9 September 1798 Turkije aan Frankrijk den
oorlog verklaard, zoodat voor NAPOLÉON het vraagstuk van de
verdere uitbreiding der veroveringen, wilde daar althans ooit
iets van komen, urgent werd. Want de Turken verzamelden een
leger in Syrië, terwijl zij ook op Rhodos troepen concentreerden,
zoodat een aanval van 2 zijden op Egypte mogelijk scheen. Na de
vernieling van de Fransche vloot kon tegen de troepen op Rhodos
niets meer gedaan worden en bleef alleen het leger in Syrië als
aanvalsobject over. Echter was de Nijldelta door een woestijnge
bied van 75 mijlen van Syrië gescheiden en aan een doorschrijden
van dit gebied in het heete jaargetijde viel niet te denken.
NAPOLÉON besloot daarom al dadelijk in het winterseizoen het
schiereiland Sinaï te doortrekken en zich daarna meester te maken
van alle Turksche magazijnen aan de kust, en onderwijl tevens
al de troepen te verslaan die hij zou ontmoeten. Zouden dan de
Turken uit Rhodos ter hulp snellen, dan bleef Egypte in elk geval
12
Belangwekkend is, dat door de ingenieurs Lepere en Saint-Génis op
dezen tocht werd bepaald, dat het hoogteverschil tusschen de waterspiegels
van de Roode en de Middellandsche Zee 9.908 m. bedroeg. Deze berekening
was ten gevolge van een rekenfout weliswaar niet juist (moest zijn Roode
Zee 0.238 m.), maar de metingen waren toch van zoo groote waarde, dat
De Lesseps in het midden der 19e eeuw de oude plannen van NAPOLEON
weder opnemende, in 't algemeen de resultaten van de in 1799 verrichte
verkenningen als waardevolle gegevens kon gebruiken.