met rust, en zou hij stukje voor beetje de andere troepen uit Egypte kunnen aantrekken. Een operatie, waartoe het betrekkelijk zwakke Fransche leger ontoereikend scheen, hoe schoone vooruit zichten NAPOLÉON daarvan ook in zijn Mémoires uitsprak: Den 10 Februari 1799 verliet NAPOLÉON Cairo met 13000 man van. zijn beste troepen; 6500 man bleven in Opper-, 10000 man in Neder-Egypte met de generaals Menou, Desaix, Dugua, Marmont en Kléber. Den 13 Februari stuitte het leger op het fort El-Arisch (gelegen ten Oosten van het tegenwoordige Port-Saïd), dat niet in één storm kon worden genomen. Wel werd de legerplaats der Mammelukken bezet, wat den Franschen op zware verliezen kwam te staan, maar het door 1000 man verdedigde fort gaf zich niet gewonnen. Na langdurige onderhandelingen werd een overeen komst gesloten, waarbij NAPOLÉON de bezetting vrijen aftocht beloofde. Deze plechtige belofte hield hij niet; integendeel lijfde hij de bezetting in bij zijn eigen troepenmacht. Na op deze onbehoorlijke manier met El-Arisch te hebben af gerekend, rukte het Fransche leger verder, bezette zonder tegen stand den 24 Februari Gaza en kwam den 3 Maart voor Jaffa, dat weliswaar door muren omringd was, maar toch niet bestand tegen den stormloop der uitstekende Fransche troepen. Den 7 Maart gelukte de Fransche hoofdaanval en de verbitterde Fransche troe pen, die den veldtocht zeer tegen hun zin hadden ondernomen, koelden nu hun wraak op het arme Jaffa, brandden en moordden, zonder grijsaards, vrouwen of kinderen te ontzien. „A cinq heures nous étions maitres de la ville qui, pendant vingt- „quatre heures fut livrée au pillage et a toutes les horreurs de la guer- „re, qui jamais ne m'a paru si hideuse." Aldus Napoléon. En terecht vraagt M.C. zich af, hoe een dergelijk schouwspel door dengene die het beval of toeliet „hideuse" genoemd kan worden. Behalve dat 2000 tegenstanders waren gevallen, werden er nog 3000 gevangen genomen. En deze heeft NAPOLEON tegen elk 13 „Les Mamelucks de Mourah-Bey et d'Ibraïm-Bey, les Arabes du dé- „sert de l'Egypte, les Druses du mont Liban, les Mutualis, les Chrétiens „de Syrië, tout le parti du cheick d'Ayer en Syrië, pouvaient se réunir „a l'armée maitresse de cette contrée, et la commotion se communi- „quait a toute l'Arabie. Les provinces de l'empire ottoman qui parient „arabe, appelaient de leurs voeux un grand changement, et attendaient „un homme. Avec des chances heureuses on pouvait se trouver sur „l'Euphrate, au milieu de l'été, avec 100000 auxiliaires, qui auraient „eu pour réserve 25000 vétérans frangais des meilleures troupes du „monde, et des équipages d'artillerie nombreux. Constantinople alors „se trouvait menacée; et si l'on parvenait a rétablir des relations ami- „cales avec la Porte, on pouvait traverser le désert et marcher sur „l'Indus a la fin de l'automne. (Mémoires, II, blz. 301). Gebrek aan „optimisme vertoonde dit beeld stellig niet. En hoe geheel anders „heeft de werkelijkheid er uit gezien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 13