„II me coüte de quitter des soldats auxquels je suis le plus attaché „ce ne sera que momentanément, et le général que je leur laisse a la „confiance du gouvernement et la mienne. „Bonaparte. Generaal Kléber werd dus NAPOLÉON's opvolger. En hij die NAPOLÉON stellig niet vriendschappelijk gezind was, en boven dien terecht verontwaardigd, dat de opperbevelhebber hem het commando niet behoorlijk had overgegeven, zond dd. 26 Septem ber 1799 aan het Directoire een Nota, in welke hij den toestand van het leger in de donkerste kleuren schilderde. Ongelukkig kwam deze Nota niet in handen van het Directoire, maar in die van NAPOLÉON, die inmiddels Premier, Consul was geworden. In de Mémoires is nu dit stuk opgenomen, met NAPOLÉON's kantteekeningen op alle punten erneven. Een merkwaardig docu ment, deels schijnbaar geheel juist, voor een ander deel schijn baar somberder getint dan de werkelijkheid was doch waarvan de weerlegging door NAPOLÉON den toets der critiek niet steeds kan doorstaan. Kléber's verbittering blijkt wel heel sterk uit den aanvang zijner Nota „Citoyens Directeurs, „Le général en chef Bonaparte est parti pour France, le 6 fructidor „au matin, sans en avoir prévenu personne il m'avait donné rendez vous a Rosette, le 7 je n'y ai trouvé que ses dépêches." etc. etc. Over het verdere verloop van de expeditie kan ik kort zijn. Nadat NAPOLÉON door zijn onnoodige wreedheid de musui mannen tot diepen haat tegen de vreemde indringers had ge bracht 1), en hij naar Frankrijk was verdwenen, had Kléber de moeilijke taak om met de resteerende 25000 man de actie voort te zetten. Tot wanneer Kléber was menschelijker en handiger dan NAPOLÉON doch hèm trof den 14 Juni 1800 tijdens een troepeninspectie de dolk eens moordenaars. Nadat Kléber zich eenmaal had heengezet over NAPOLÉON's geheim vertrek, dat hij een infame handeling oordeelde, trad hij met den noodigen tact op. Toen de Turken weder een leger hadden gevormd, dat in De cember 1799 tot El-Arisch was naderbij gekomen, vond hij, die de Ik herhaal enkele voorbeelden het laten fusilleeren van den Turk- schen Gouverneur van Alexandrië Said Mohammel-El-Koraim, kort na de landing der Franschen in Juli 1798, terwijl toch die krijgsman als eerlijk tegenstander niets anders dan zijn plicht had gedaan, door verzet te bieden NAPOLÉON's gedrag na den opstand in Cairo waarbij hij 3000 inwoners deed terechtstellen het doen doodschieten van den Turkschen commandant van Jaffa, die zich vrijwillig in het Fransche kamp had begeven de ver moording der 3000 krijgsgevangenen van Jaffa enz. enz., alle gedragingen, welke uiteindelijk verzet moesten uitlokken. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 17