staan, waar nimmer met mathematische zekerheid het resultaat
van den ingespannen arbeid en van de maatregelen, die als resul
tante van den logischen opbouw van de bekende feiten zijn getrof
fen, kunnen worden voorspeld. Hier vindt de worsteling plaats
tusschen twee wilsuitingen, tusschen twee karakters en
tusschen twee phantasieën, want alleen de veldheer, die over de
noodige phantasie beschikt zal in staat zijn zóó ver vooruit te
zien en in verband daarmede een dusdanigen tactischen toestand
te scheppen, dat hij zijn wil den tegenstander kan opleggen.
De bevelhebber maakt zijn plannen aan de onder-aanvoerders
bekend door bevelen en het lijkt verleidelijk het door den bevel
hebber gewenschte beleid van de onder-aanvoerders in deze be
velen met pijnlijke nauwkeurigheid tot in alle nietigheden te
verzorgen. Ware dit mogelijk, dan zou ieder initiatief van een
onder-aanvoerder misplaatst zijn. Echter deze volmaakte
toestand is onbestaanbaar.
Om dit nader toe te lichten halen wij hier aan den beroemden
militairen schrijver VON CLAUSEWITZ, die in zijn onovertrof
fen militair-philosophisch werk „Vom Kriege" ruim honderd jaar
geleden reeds schreef 2)
„Der Fiihrer im Kriege musz das Werk seiner Tatigkeit einem
„mitwirkenden Raume übergeben, den seine Augen nicht übei-
blieken, den der regste Eifer nicht immer erforschen kann, und
„mit dem er bei dem bestendigen Wechsel auch selten in eigent-
„liche Bekanntschaft kommt".
Is het den bevelhebber voor den aanvang van den strijd dus
reeds veelal ondoenlijk alle eventueel vereischte maatregelen te
treffen, des te bezwaarlijker wordt dit, zoodra het samentreffen
met den tegenstander heeft plaats gevonden en de strijd is los
gebrand. Ons A.T.V. spreekt te dien aanzien klare taal: „Elk
gegeven omtrent den vijand kan voor de eigen handelingen van
beteekenis zijn. Te velde is het echter altijd hoogst onzeker, dat
de verlangde gegevens tijdig zullen binnenkomen, gesteld al, dat
zij inderdaad worden verkregen, wat minstens even onzekei is.
De bevelhebber derhalve, die het nemen van zijn besluit uit
stelt tot hem alle inlichtingen,'welke hem den toestand volkomen
duidelijk moeten maken, zullen hebben bereikt, loopt alle kans.
met de eigen maatregelen te laat te komen, d.w.z. gedwongen te
worden deze ondergeschikt te maken aan die des vijands, hetgeen
beteekent, dat hem de vrijheid van handelen inderdaad is ont
nomen." (punt 6 (1)
23
b Een uitzondering hierop vormt wellicht de aanval in den stelling
oorlog, en dan nog slechts tot het eerste aanvalsdoel, indien men langen
tijd tegenover elkaar heeft gezeten, volkomen op de hoogte is van alle ter-
reins- en tactische omstandigheden en veel voorbereidingstijd heeit gehad.
2) Erstes Buch, Drittes Kapitel.