van den kijker ten opzichte van den verdeelden rand af, en geven
dezen stand het azimuth -1) door naar den commandopost.
In den commandopost is het plaatsbepalrngsplanchet opgesteld
waarop op schaal 125.000 de onderlinge ligging van de zijposten
en van het directiepunt zijn uitgezet. Bij eiken post behoort een
verdeelde boog welke op dezelfde wijze is georiënteerd als het
hoekmeetinstrument. Verder is aan de plaats van eiken zijpost een
draad bevestigd. Deze draden worden gestrekt over de van de
zijposten opgekregen azimuthverdeelingenhet snijpunt van de
diaden geeft nu, op schaal 125.000, de plaats van het doel op
het oogenblik van meten aan.
Om de plaats van het directiepunt als middelpunt is de afleesli-
niaal draaibaar bevestigd deze liniaal is voorzien van een radiale
afleesstreep en van een afstandverdeeling op de schaal van het
planchet. De afleesliniaal wordt met de afleesstreep onder het snij
punt der draden gedraaid; afstand en azimuth van het doel kunnen
nu onmiddellijk worden afgelezen.
De meetbasis moet, om een voldoend grooten tophoek van den
meetdriehoek (minstens 15°), én daardoor voldoend nauwkeurige
uitkomsten te verkrijgen, bij voorkeur eenige kilometers lang zijn.
Veelal wordt een der basisuiteinden in het directiepunt (den
commandopost) gekozen.
Bij de plaatsbepaling met korte horizontale basis is de meet
basis geheel besloten in één instrument, den afstandmeter.
Een beschrijving van dit instrument te geven, valt buiten het
bestek van dit artikelvolstaan moge worden met de vermelding,
dat het meten met den afstandmeter in den grond op hetzelfde
principe berust als het meten met zijposten, n.l. op het vormen
van een meetdriehoek waarvan de tophoek weer in het doel is
gelegen, de basisuiteinden thans echter worden gevormd door de
voorwerpglazen van het instrument.
Met dit instrument wordt, zooals de naam reeds aanduidt, alleen
de afstand gemeten voor het bepalen van het azimuth gebruikt
men een afezonderlijk, in of nabij het directiepunt opgesteld
hoekmeetinstrument.
B. De organen voor het bepalen van de beweging van het doel.
Hiervoor is gebleken hoe men de plaats van het doel bepaalt
men drukt deze plaats, zoowel bij plaatsbepaling met groote hori
zontale basis als bij gebruik van den afstandmeter, altijd uit in
afstand en azimuth.
Verricht men op een bewegend doel eenige plaatsbepalingen
35
O N.B. De afgelezen stand is ineens het azimuth, en niet 6300 »/oo het
azimuth aangezien de verdeelde rand bij de schaarkijkers van de kustartil-
ierie linksom loopt.