die deze metingen voorstellen naast de rechte lijn die de meetuit-
komsten verbindt komen te liggen, inplaats van erop. Drie voor-
deelen derhalve die het invoeren van een afzonderlijk instrument
wel rechtvaardigen.
De doorzeiling kan op dezelfde wijze als het afstandverloop wor
den bepaald door twee na elkaar gevonden azimuths van elkaar
af te trekken, en de uitkomst te deelen door het tijdsverloop; men
krijgt dan de doorzeiling in duizendsten per secunde.
Om het werken met decimalen te ontgaan, en toch voldoende
nauwkeurig te blijven, rekent men de doorzeiling van duizend
sten om tot m/sec.; voor de herleiding die hiervoor noodig is,
dient de doorzeilingomrekenaar I, een cirkelvorming geconstrueer
de logarithmische rekenliniaal, die pasklaar gemaakt is voor de
herleiding:
tweede azimuth eerste azimuth
aantal kilometers v/d
tijdsverloop in secunden
gemeten afstand doorzeiling in m/sec.
Ter aanduiding van de bewegingsrichting worden afstandverloop
en doorzeiling voorzien van een teeken. Het afstandverloop krijgt
het teeken „plus" wanneer de afstand grooter wordt, dus
wanneer het doel zich verwijdert, het teeken „min" bij een
naderend doel. De doorzeiling is wanneer het doel zich, ge
zien vanuit het directiepunt, van rechts naar links beweegt (het
azimuth wordt dan grooter); zij is(in het omgekeerde geval.
C. De organen voor het bepalen van de trefplaats.
Ook hier hebben wij weer afzonderlijke instrumenten voor het
bepalen van den afstand en van de zijdelingsche richting, voor
het zijdelings bovendien nog afzonderlijke instrumenten voor de
directe en voor de indirecte richting.
Het instrument waarmede wij den trefafstand bepalen, is de
afstandklok, een eenvoudig uurwerk met een wijzerplaat waarop
een af stand ver deeling is aangebracht, en een wijzer die door de
veer van het uurwerkmechanisme daarover heen bewogen wordt
(bij de nieuwmodel klokken draait de wijzerplaat onder den stil-
staanden wijzer door, hetgeen natuurlijk in wezen hetzelfde is).
Van den wijzer (c.q. de wijzerplaat) kan men met behulp van
een stelinrichting de snelheid en ook de bewegingsrichting wille
keurig regelenaan deze stelinrichting is bovendien een schaal-
verdeeling verbonden, de afstandverloopschaal. Het
zal duidelijk zijn dat, wanneer men op de klok den afstand van
het doel en het afstandverloop instelt, en tevens het uurwerk laat
loopen, de klok steeds den juisten (meet) afstand van het doel
zal moeten blijven aanwijzen.
De meetafstand van het doel interesseert ons echter weinig
wat wij willen weten is de afstand van de trefplaats met dezen
37