draaien, en voorts dat de stuksliniaal met zijn nulpunt verschuif
baar aan de liniaal van het directiepunt is verbonden.
Bij indirecte richting wordt nu de plaats van het doel gesteld
door den azimuthrand van het directiepunt met de van het azi-
muthinstrument ontvangen verdeeling onder de afstandliniaal te
draaien, en door deze liniaal voor den van de afstandklok ont
vangen afstand te stellen. De bij het stuk behoorende liniaal en
azimuthrand geven dan ineens de gezochte gegevens voor het
stuk aan.
Bij directe richting wordt geen azimuth van het azimuthin-
strument ontvangen. Thans wordt op het vuurmondplanchet een
globaal azimuth bijgehoudenmet behulp hiervan wordt de
afstand van de afstandklok herleid tot schootsafstand voor het
stuk. De van de correctietrommel ontvangen kijkerstand of stand
dwarsarm wordt nimmer voor het verschil in opstellingsplaats
tusschen directiepunt en stuk gecorrigeerd de fout die wij hier
door in den voorhoudhoek maken, is hiervoor te gering.
Wij hebben thans kennis gemaakt met alle vuurleidingsinstru
menten ons rest nu nog iets te zeggen over de opstelling dezer
instrumentenen over de nog niet genoemde schelinrichtingen.
Beschouwen wij eerst de plaatsbepaling met groote horizontale
basis eens nader. Het is van belang dat bij het meten de beide
hoekmeters in de zijposten op precies hetzelfde oogenblik den
azimuthstand van hun instrument aflezen. Doen zij dit niet, leest
bijv. de linker zijpost af als het doel zich in D bevindt, en de
rechter zijpost 5 secunden later als het doel reeds in D' is geko
men, dan zal men nimmer den juisten afstand en het juiste azi
muth van het doel kunnen vinden, zooals onmiddellijk blijkt indien
men voor zichzelf even een teekeningetje maakt.
De zijposten zijn nu voorzien van electrische schellen welke
hun stroomimpuls ontvangen van een in den commandopost op
gestelde stroombron. De schelleidingen naar de zijposten zijn
echter niet rechtstreeks op de stroombron aangesloten, maar via
een uurwerk. Met dit uurwerk regelen wij het meettempo;
stellen wij het bijv. op 15 sec.r dan zullen regelmatig om de 15
secunden alle aangesloten schellen overgaan. Aan de hoekmeters
is nu voorgeschreven dat zij op het einde van ieder schelsignaal
den stand van hun instrument moeten aflezen wij hebben nu
bereikt dat zij dit op hetzelfde oogenblik zullen doen.
De meetafstanden die op het plaatsbepalingsplanchet gevonden
worden, worden uitgezet op den afstandverloopbepaler hieruit
vinden wij het afstandverloop en, als de vuurleider het grafisch
bepalen hiervan prefereert boven rekenen, ook den beginafstand
van de afstandklok.
Het is gewenscht dat men over deze gegevens zoo spoedig moge
lijk beschikt, om ook zoo spoedig mogelijk tot de vuuropening te
41