De toenemende grootte der legers met het daarmee gepaard
gaande stijgende vervoer per as, deed voor den Wereldoorlog het
belang van goede communicatiën bij de verschillende staven in
zien, zoodat in vredestijd vernielingen van de voornaamste wegen,
bruggen en spoorwegemplacementen werd voorbereid.
Van de toepassing van vernielingen als uitvloeisel van een
stelsel dat zoowel tusschen de vernielingen onderling, als met de
opereerende legers verband bracht, was slechts bij de Duitsche
oostfrontvernielingen en dan nog in beperkte mate sprake.
België wist van de 103 voorbereide grensvernielingen bij slechts
43 de ladingen aan te brengen, waarvan er nog eenige weigerden.
Was het geheele programma ten uitvoer gebracht dan zou de
opmarsch van den Duitschen rechtervleugel, welke door het défilé
bij Luik moest, belangrijk vertraagd zijn, waardoor het slagen
van het plan Schlieffen toen reeds in gevaar zou zijn gebracht.
Frankrijk heeft in 1914 verzuimd grensvernielingen stelselmatig
en op voldoend groote schaal toe te passen.
Bruggen welke vernield moesten worden, werden vergeten en
bruggen welke intact moesten blijven werden vernield. Van dit
verzuim zegt de Gen. Normand in zijn boek.
„Destructions et dévastations"; „nos erreurs sont le fait d'un
manque de doctrine et d'un manque de moyens".
Wel blijken de Franschen er leering uit getrokken te hebben,
want hun literatuur over vernielingen van na den oorlog is de
rijkste en hun voorschriften zijn het stelligste.
In welke mate zij rekening houden met vernielingen in den
bewegingsoorlog moge blijken uit een enkele passage in hun
reglementen handelend over voorwaarts gaan door gewonnen ter
rein dat aanvangt met: „Dans le cas que semble assez rare ou les
destructions seront peu importantes".
Door recente publicaties is bekend geworden, dat hun stelsel
van duurzame versterkingen aangevuld wordt door zones met op
groote schaal voorbereide vernielingen.
Die ervaring nu putten de Franschen uit het succes van het
door de Duitschers ontwikkelde stelsel van systematische terug
tochtsvernielingen, voor het eerst toegepast bij het teruggaan
op de Siegfriedstelling in 1916, waarbij door vernielingen op zeer
groote schaal 10—40 km diepe zones geschapen werden, waarin
oorlogvoeren en voorwaarts gaan voorshands uitgesloten was.
Uit deze ervaringen zijn richtlijnen voor het gebruik van ver
nielingen ontwikkeld, welke aanleiding geven tot ondervolgende
beschouwingen.
In vredestijd voorbereide vernielingen.
Voor de defensie dienen in vredestijd systematische vernielingen
te worden voorbereid, welke beoogen mobilisatie en concentratie
te verzekeren achter een muur van hindernissen, waartegen een
44