„Naarmate de toestand aan de eigen zijde ernstiger is, zal met
de mogelijkheid van een terugtocht binnen korter tijd rekening
gehouden moeten worden en de commandant de voor de voorberei
ding toe te stanen tijd moeten inkrimpen. Dit is echter voor een
vernielingsplan van gegeven omvang slechts mogelijk tot een
zeker minimum dat onder meer afhankelijk is van de beschikbare
werkkrachten."
Kan die minimum tijd niet worden toegestaan dan moet het
vernielingsplan door inkrimping met de beschikbare tijd in over
eenstemming worden gebracht.
Die inkrimping kan verkregen worden door beperking van de
diepte der vernielingsstrook(en)dan wel door tóepassing van
minimum inplaats van grondige vernielingen.
Ten aanzien van het laatste moet echter overwogen worden, dat
één groote vernieling meer effect sorteert dan verscheidene kleine.
Hoewel het slagen van den terugtocht hoofdzaak blijft, kan het
tijdstip waarop deze aanvangt alsmede het verloop geregeld wor
den naar de vernielingen, of zooals het Feldbefestigungsvorschrift
47 (1) zegt„Das Zurückweichen muss sich unter Umstanden
nach den Zerstörarbeit richten."
Nadat de objecten op de kaart en vervolgens (desnoods vluch
tig) in het terrein zijn verkend, komt tot stand het Algemeen ver
nielingsplan, waarin worden opgenomen:
le. de voorgenomen vernielingen opgesomd onder aanduiding
van plaats en aard,
2e. de vernielingen t.a.v. de voorbereiding gegroepeeerd naar de
volgorde van urgentie,
3e. vereischte voorbereidende werkzaamheden,
4e. aanvullende arbeid,
5e. globale raming van personeel, materieel en tijd.
ad 2e. groepeering naar volgorde van urgentie is noodzakelijk
opdat, door het niet beschikbaar zijn van personeel, materieel en
tijd voor afwerking van het geheele programma, of door wijziging
van den tactischen toestand, de mogelijkheid blijft van een eche-
lonsgewijze uitvoering (splitsing in minimum- en aanvullend
programma)
Een zoodanige groepeering kan geschieden naar de belangrijk
heid der objecten (met het daaraan verbonden gevaar, dat het
verband in het vernielingsplan verloren zou gaan), meestal naar
den afstand waarop de objecten van den vijand verwijderd liggen.
Op grond hiervan komt men tot de Fransche indeeling in
„dispositifs de première, de deuxième et de troisième urgence".
In het algemeen zal men bij den opzet van een vernielingsplan
rekening moeten houden met de mogelijkheid van afwerking in
drie opeenvolgende stadia, t.w.:
het scheppen van een doorgaande vernielingshindernis over de
geheele frontbreedte,
50