Vooral tegen deze onverwacht verschijnende pantserwagens lijkt het tijdig aanbrengen van electrische ontstekingsmiddelen bij de, het meest aan 's vijands zijde gelegen, objecten onvermijdelijk. Omtrent de bevoegdheid tot het geven van den last tot ontste king heerscht geen eenheid van opvatting, omdat aan den persoon, wien deze bevoegdheid zou moeten worden toegekend, tegenstrijdi ge eischen worden gesteld. Immers eenerzijds moet hij plaatselijk van den tactischen toe stand op de hoogte zijn, anderzijds moet hij de gevolgen van de vernielingen voor het geheel kunnen overzien en van nieuwe voornemens van A.B. als gevolg van mogelijke wijziging in den tactischen toestand op de hoogte blijven; eenerzijds zou dus centralisatie, anderzijds decentralisatie ge- wenscht zijn. Het Fransche stelsel van centralisatie heeft in den oorlog fiasco geleden. De Duitsche opvattingen van splitsing der vernielingen in Un- terbrechungen (korte verkeersonderbrekingen van hoogstens 12 uur) waartoe ieder officier, en Zerstörungen (langere verkeers onderbrekingen) waartoe alleen de hoogere bevelvoering bevoegd heid heeft, verdient overweging. Het beste lijkt ons de bevoegdheid in handen te leggen van de Divisie of Dets. Cdt. met de mogelijkheid van overdracht van de bevoegdheid aan den achterhoede cdt. of in de verdediging aan den cdt. der verdedigende stelling. (Onafhankelijk hiervan moet elk vernielingsplan door het hoofdkwartier worden goedgekeurd). Daar een belangrijke handeling, welke het ten uitvoer leggen van een vernieling toch altijd blijft, ten slotte geschiedt door den cdt. v.d. vernielingsploeg (e.v. bewakingsdetachement), als regel een lager kaderlid, (o. off. of korporaal), dient diens ver antwoordelijkheid tot een minimum beperkt te worden, weshalve het bevel tot ontsteking hem bij voorkeur schriftelijk moet berei ken, waartoe hem de namen der personen welke bevoegd zijn tot het geven van dien last hem bekend dienen te zijn. Bovendien dient hij voorzien te zijn van een nauwkeurige in structie, voor het geval het object dreigt in 's vijands handen te vallen. Hiervoren werden vnl. de terugtochtsvernielingen besproken; de beschouwingen gelden grootendeels ook voor andere tactische ge vallen, welke reeds hier en daar werden aangestipt en waarvan verdere bespreking achterwege gelaten wordt. Nog zal worden nagegaan welke bijzondere omstandigheden de aard der toepassing van vernielingen als strijdmiddel in onze ver houdingen beheerschen. 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 52